Informatie uitwisselen over criminele activiteiten met een buurgemeente lijkt heel makkelijk, maar niet als die buurgemeente aan de andere kant van de landsgrens ligt. Het EURIEC wil de bestuurlijke samenwerking bij de aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit versterken.
De open landsgrenzen kennen heel veel voordelen, maar worden ook gebruikt voor criminele activiteiten. Zo makkelijk als criminelen de grens kunnen oversteken, zo moeilijk is het voor overheden om grensoverschrijdende criminaliteit aan te pakken. Daarom is in september 2019 het EURIEC opgericht. Het samenwerkingsverband tussen België, Nederland en Duitsland heeft als doel om de internationale informatie-uitwisseling over georganiseerde criminaliteit te verbeteren. Zo brengen ze de mogelijkheden en de uitdagingen van informatie-uitwisseling in kaart aan de hand van concrete casussen. Daarnaast signaleren ze uitdagingen en knelpunten en geven dat mee aan de wetgever.
De VNG ging in gesprek met Vera Huijgens en Gennard Stulens van het EURIEC. Samen richten zij zich op de samenwerking tussen Nederland en België.
Waarvoor kunnen gemeenten bij jullie terecht? En werken jullie ook samen met gemeenten?
Gemeenten of andere partners kunnen bij ons terecht met casussen die een internationaal element hebben en gelinkt kunnen worden aan georganiseerde criminaliteit. Sinds september 2019 assisteerden en adviseerden we lokale overheden in meer dan 260 casussen. Dit kan gaan om vragen zoals: Hoe verkrijgen we, als Nederlandse gemeente, informatie over Duitse of Belgische vergunningaanvragers? Is het mogelijk om Belgische of Duitse kadastrale informatie te ontvangen? En kunnen we herstelvorderingen grensoverschrijdend innen?
Geleerde lessen als voorbeelden voor gemeenten
Omdat we merken dat de resultaten van deze casussen ook nuttig zijn voor andere gemeenten, schrijven we handleidingen en juridische nota’s waarin we de mogelijkheden en uitdagingen beschrijven. Op die manier gebruiken we de geleerde lessen uit de praktijk als voorbeeld voor andere gemeenten.
Kennismaken door middel van expertplatforms
Maar we helpen gemeenten en RIEC’s ook bij het organiseren van expertplatforms. Vaak kennen (grens)gemeenten hun Belgische of Duitse buurtgemeenten niet, ondanks het feit dat er sprake is van gelijkaardige problemen of grensoverschrijdende casussen. We organiseren dan een expertplatform om gemeenten bij elkaar te brengen om met elkaar kennis uit te wisselen. Een voorbeeld hiervan is het samenbrengen van de gemeenten Baarle-Hertog en Baarle-Nassau. Tijdens een, door ons georganiseerd, expertplatform hebben deze gemeenten voor het eerst kennisgemaakt. Zo zorgen we ervoor dat in de toekomst sneller eens gebeld wordt naar de buitenlandse buurgemeenten.
Wat is de grootste uitdaging waar jullie tegenaan lopen?
De grootste uitdaging is dat het onderwerp georganiseerde criminaliteit niet altijd op de agenda staat van lokale overheden. Als een Nederlandse burgemeester een pand met woningen voor arbeidsmigranten sluit vanwege erbarmelijke omstandigheden, en de arbeidsmigranten zelf aangaven dat hun vrouwen en kinderen in België of Duitsland wonen dan denken Nederlandse gemeenten er vaak niet aan om ook de Belgische of Duitse autoriteiten te informeren.
Geen Europese of internationale wetgeving
Daarnaast ontbreekt er een verdrag dat de uitwisseling van informatie regelt tussen buitenlandse lokale overheden. Nationale wetgeving kan het uitwisselen van informatie vergemakkelijken, maar we zien vaak dat de nationale wetgeving niet of onvoldoende rekening houdt met de gegevensuitwisseling met andere landen. Denk hierbij aan de Bibob-wetgeving die geen ruimte laat voor informatie-uitwisseling met buitenlandse instellingen.
Als EURIEC is het onze taak om op basis van praktijkervaringen de wetgever te voeden met relevante informatie. Zo zijn we bijvoorbeeld in gesprek met de Belgische en Nederlandse wetgever om in de Bibob-wetgeving, en de Belgische tegenhanger daarvan, het delen van internationale informatie mogelijk te maken.
Welke casuïstiek komt er bij jullie binnen?
De casuïstiek die binnenkomt is uiteenlopend. We kunnen verschillende voorbeelden noemen. Zo hebben wel eens te maken gehad met een sluiting van een woning in Nederland vanwege een drugslab, waarbij waarbij het subject ook een café (en dus een vergunningplichtige inrichting) in België had. Hierbij speelt dan de vraag of de informatie, over de bestuurlijke sluiting in Nederland, gedeeld kan worden met de Belgische burgemeester. Want dan kan ook de Belgische burgemeester actie ondernemen. Bij deze casus zijn uiteindelijk bedrijfsgegevens uitgewisseld. Daarna kon de Belgische burgemeester de inrichting ook tegen het licht houden. Het resultaat hiervan was dat de Belgische autoriteiten constateerden dat de onderneming in België al meer dan 2 jaar geen jaarrekeningen had ingestuurd. Een reden om de onderneming te ontbinden.
Misbruik van grenzen
Daarnaast zien we ook dat de grenzen tussen de Nederland, België en Duitsland misbruikt worden voor de uitbuiting van arbeidsmigranten. Zo zien we dat de arbeidsmigranten in Nederland werken, maar in België of Duitsland gehuisvest worden in slechte omstandigheden. In deze casussen brengen we de verschillende partners samen en kijken we naar de mogelijkheden om controles in de verschillende landen met elkaar af te stemmen en te kijken of de informatie uit deze controles gedeeld mag worden. Omdat we merkten dat er soms onduidelijkheid was over de verschillen in wetgeving en bevoegdheden tussen de 3 landen, maakten we een barrièremodel waarbij we de wetgeving vergeleken. Ook doen we suggesties over het voorkomen van uitbuiting.
Veel vragen over vergunningaanvragen
Tenslotte krijgen we ook vragen binnen over vergunningaanvragen. Het gaat dan vaak om het verkrijgen van informatie over buitenlandse vergunningaanvragers. De databases die in Nederland geraadpleegd kunnen worden, bevatten immers niet altijd informatie uit andere landen. Als EURIEC adviseren we gemeenten dan over informatie die via openbare bronnen opgevraagd kan worden. Ook informeren we over de informatie die aan de vergunningaanvrager zelf gevraagd kan worden.
Zo adviseerden we bijvoorbeeld een Nederlandse gemeente over vragen die ze konden stellen aan een Duitse ondernemer. Deze ondernemer wilde namelijk een investering van meer dan € 1 miljoen doen waarbij niet duidelijk was waar het geld vandaan kwam. Na het stellen van extra vragen werd de vergunningaanvraag ingetrokken. Het vermoeden was dat de ondernemer niet bonafide was.
Wat is er veranderd sinds jullie in 2019 zijn begonnen?
We merken dat het bewustzijn in de 3 landen over de nood aan internationale samenwerking tegen georganiseerde criminaliteit, en het nut om ook het lokale bestuur hierbij te betrekken sterk gegroeid is. Gemeenten zoeken elkaar steeds meer op, ook over de grenzen heen. ‘
Het bewustzijn over de nood aan internationale samenwerking is sterk gegroeid.
Op wetgevend vlak merken we ook dat er steeds vaker internationale aandachtspunten worden meegenomen bij het aanpassen of het schrijven van wet- en regelgeving. Uiteraard is het aanpassen van het wetgevend kader een weg van de lange adem, maar we geloven dat we door de aanpassing van de wetgeving op korte en middellange termijn nog een stap vooruit kunnen zetten om de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen lokale besturen te verbeteren.
Meer momentum voor een bestuurlijke en integrale aanpak
Verder merken we sinds 2019 dat er op Europees vlak meer en meer momentum is voor een bestuurlijke en integrale aanpak. Steeds meer landen beseffen dat het niet enkel politie en justitie zijn die een vuist kunnen maken tegen georganiseerde criminaliteit. Vandaar dat we ook op Europees niveau onze bevindingen delen. Zo verwees de Europese Commissie uitdrukkelijk naar het EURIEC als best practice in het EU-stappenplan voor de bestrijding van drugshandel en georganiseerde criminaliteit.
Sommige van onze producten kunnen gemakkelijk door ieder Europees land gebruikt worden, zoals bijvoorbeeld een overzicht van de informatie die opgevraagd kan worden door het gebruik van openbare bronnen.
Hoe zien jullie de toekomst?
We hopen in de toekomst onze kennis en expertise nog meer uit te breiden aan de hand van concrete casussen. Vandaar dat lokale overheden met vragen over internationale informatie-uitwisseling meer dan welkom zijn om casussen bij ons in te dienen. Zelfs als blijkt dat informatie-uitwisseling door de bestaande wet- en regelgeving niet mogelijk is, dan is dit ook een resultaat dat we kunnen terugkoppelen naar de wetgever.
Daarnaast willen we ook verkennen of én hoe het EURIEC uitgebreid zou kunnen worden naar andere Europese landen. Criminelen misbruiken immers niet alleen de grens tussen België, Duitsland en Nederland maar ook andere Europese grenzen.
Meer informatie
- Het barrièremodel: het nieuw ontwikkelde internationale barrièremodel tegen de uitbuiting van arbeidsmigranten
- EU-stappenplan voor de bestrijding van drugshandel en georganiseerde criminaliteit
- De website van EURIEC
- LinkedIn pagina van EURIEC
- Aanmelden voor de nieuwsbrief van EURIEC via euriec@rieclimburg.nl