Wat begon met een coronacrisis groeide uit tot een hechte samenwerking tussen gemeenten in Nederland en Duitsland. De aanleiding: slechte huisvestingssituaties van arbeidsmigranten en een gebrek aan overzicht. Annette Bronsvoort, burgemeester van Oost-Gelre en Tjeu Semmekrot, projectleider van Euregio vertellen hoe een crisis leidde tot duurzame samenwerking over de grens.

Een uitbraak die alles veranderde
De samenwerking begon in coronatijd. Bij een grote vleesverwerker in Groenlo brak het virus uit onder arbeidsmigranten. Veel van deze mensen bleken in Duitsland te wonen, maar adresgegevens waren lastig te vinden. Dat bracht de Nederlandse en Duitse overheden bij elkaar. 'Je wilt mensen vaccineren, maar je weet niet waar ze wonen,' vertelt Bronsvoort. 'Dat maakte duidelijk hoe kwetsbaar de situatie was.' Ook aan Duitse zijde opende het ogen. Veel mensen woonden in slechte omstandigheden, onzichtbaar voor de overheid. 'Zo ontstond het besef: dit moeten we samen aanpakken.'
Van crisis naar samenwerking
Er werd een project opgezet: het Euregionaal Netwerk Arbeidsmigranten. Tjeu Semmekrot: 'We zijn niet gaan wachten op wetgeving, maar zijn gewoon begonnen. Eerst met overleg, toen met gezamenlijke controles.' Duitse gemeenten pakten het groots aan. 'In Duitsland komen soms 5 verschillende afdelingen langs, die stonden dan met 15 man voor de deur,' vertelt Semmekrot. 'In Nederland doen we dat met een paar boa’s.' Het verschil in aanpak, wetgeving en cultuur vraagt om vertrouwen en goede uitleg.
De rol van SNF en informatie delen
Gegevensuitwisseling was een groot obstakel, maar dankzij afspraken - bijvoorbeeld met SNF (Stichting Normering Flexwonen) – en de inzet van de Arbeidsinspectie kon informatie worden gedeeld tussen Nederland en Duitsland. Daardoor kregen ook Duitse gemeenten beter zicht op de situatie.
SNF bleek een waardevolle partner: zij registreren uitzendbureaus met huisvestingslocaties, ook over de grens. Hierdoor kregen Duitse gemeenten zicht op waar huisvesting plaatsvindt, hoe het georganiseerd is en in welke aantallen. 'Voor Duitse collega’s was het wennen dat een Nederlandse organisatie bij hen controles deed,' zegt Bronsvoort. 'Maar door het goed uit te leggen, konden we laten zien dat het werkt.'
Kleine stappen, grote verbetering
Inmiddels zijn de eerste successen zichtbaar. Er is minder sprake van grote, overvolle woonlocaties. In plaats daarvan wordt steeds vaker gekozen voor kleine huizen met 2 tot 6 bewoners. Dat zorgt voor betere woonkwaliteit en minder overlast. 'De situatie is echt verbeterd,' aldus Semmekrot. 'We zien nu vooral woningen die in ieder geval voldoen aan SNF-eisen. Het is kleinschaliger en menselijker.'
Geen taakverdeling, wel gedeelde verantwoordelijkheid
Een groot knelpunt blijft de versnippering van verantwoordelijkheden. Bronsvoort: 'Iedereen heeft een stukje van het probleem in handen, maar niemand het geheel.' Dat maakt grensoverschrijdend werken lastig. In Duitsland is men strikter: wat niet in de taakomschrijving staat, wordt niet gedaan. In Nederland is men flexibeler. De systemen zijn nog niet ingericht op dit soort samenwerking. Toch groeit het besef dat het anders moet. Regio’s weten elkaar steeds beter te vinden, en ook werkgevers beginnen zich verantwoordelijker op te stellen.
Wat kunnen andere gemeenten leren?
Volgens Semmekrot en Bronsvoort zijn er duidelijke lessen:
- Wacht niet op wetgeving: begin met wat er nu al kan.
- Werk samen: betrek partners aan beide kanten van de grens.
- Gebruik bestaande netwerken: zoals Euregio.
Zorg voor vertrouwen: ken elkaar, zowel persoonlijk als organisatorisch.
Bronsvoort: 'We hebben een gezamenlijk doel: de positie van arbeidsmigranten verbeteren. Daarvoor moeten we samenwerken – over de grens heen.'
Meer informatie
- Op de website van Euregio vindt u meer informatie
- Heeft u nog vragen of bent u op zoek naar meer informatie? Stel uw vraag op het forum arbeidsmigranten of mail naar arbeidsmigranten@vng.nl.