We kunnen er niet omheen; het maatschappelijke vraagstuk 'vermogen in het buitenland' staat hoog op de politieke agenda. De Tweede Kamer, actualiteitenprogramma’s maar ook gemeenten zijn druk met dit onderwerp. Gemeente Almere is een voorbeeld van een gemeente die actief aan de slag is gegaan. Zij vroegen zich het volgende af: 'Hoe kunnen wij als gemeente voorkomen dat er onnodig uitkeringen in het kader van de participatiewet worden verstrekt aan personen met vermogen in het buitenland?'

Een meneer houd verschillende briefjes met geld in zijn handen

Aanpak

De gemeente Almere ziet het als haar taak om ervoor te waken dat gemeenschapsgeld onjuist wordt verstrekt. Het team handhaving, inkomen en intake van de afdeling Werk & Inkomen is in 2018 gestart met rechtmatigheidsonderzoeken naar cliënten die wellicht vermogen hebben in het buitenland. Om deze themacontrole een kans van slagen te geven, is er eerst research verricht om vraagstukken als discriminatie en etnische selectie van buitenlandse bijstandsklanten te kunnen weerleggen. Iedereen dient tenslotte in gelijke gevallen te worden behandeld.

De aanpak van een aantal Nederlandse gemeenten op het gebied van vermogensonderzoek in het buitenland, is tijdens eerdere procedures al getoetst door de rechtbank en de Centrale Raad van Beroep. De eerste jurisprudentie wijst uit dat de gebruikte aanpak door de Nederlandse overheid geoorloofd en rechtmatig is bevonden. Almere voelde daarom het vertrouwen om dit onderzoek op te starten.

Query

Voor de opzet van dit thema heeft de gemeente Almere een uitvraag verricht in hun bestand van 5567 Almeerse cliënten uit de Participatiewet. Om tot deze selectie te komen werd op een aantal vastgestelde gegevens gelet:

  • Personen die op 1 januari 2013 de leeftijd van 50 of ouder hebben bereikt 
  • Een lopende bijstandsuitkering hebben 
  • Uit een ander land dan Nederland afkomstig zijn 
  • Een vakantiemelding hebben van 30 dagen of langer in een of meer kalenderjaren sinds 1 januari 2013

573 cliënten voldeden aan de selectie en uit die lijst zijn 75 willekeurige cliënten uit zoveel mogelijk verschillende landen geselecteerd, om een zo gevarieerd mogelijke lijst te krijgen. Van deze 75 cliënten is vervolgens het waterverbruik opgevraagd en vergeleken met het aantal inschrijvingen in de Basisregistratie Personen. Dit met het oog op significant afwijkende verbruiksgegevens ten opzichte van het landelijk Nederlands gemiddelde. Bij 26 cliënten is de gemeente Almere tot slot een rechtmatigheidsonderzoek gestart.

Veel gegevens nodig

Voor het coördineren van het onderzoek heeft de gemeente Almere gebruik gemaakt van het Internationaal Bureau Fraude-informatie (IBF). Het IBF doet op verzoek van gemeenten onderzoek naar (verzwegen) vermogen in het buitenland. Zij maken hierbij gebruik van de lokale autoriteiten en beschikbare bronnen om onroerend goed te lokaliseren en de waarde daarvan in kaart te brengen. Hiervoor hebben zij wel gegevens nodig van de betreffende cliënt zoals bijvoorbeeld NAW-gegevens, locatie van waar het onroerend goed zich bevindt en het Buitenlands Persoon Identificatienummer (BSN).

De gemeente Almere kwam er tijdens het uitvoeren van dit onderzoek achter dat de praktijk uitwijst dat veel van deze gegevens onbekend zijn bij de gemeente, omdat er niet volledig is uitgevraagd. Dit kan enerzijds komen omdat de medewerkers aan de poort wellicht wat angstig zijn om kritische vragen te stellen in verband met mogelijke privacy-schending. Anderzijds omdat de cliënt niet het voornemen heeft om naar eer en geweten alle informatie door te geven aan de gemeente. Een andere reden kan zijn dat de cliënt jaren geleden een verklaring heeft afgelegd die door de taalbarrière onvolledige informatie bevatte ten aanzien van onroerend goed in het buitenland. Een oplossing hiervoor kan zijn om alsnog, met behulp van een tolk, het gesprek aan te gaan en gerichte vragen te stellen aan de cliënt.

Ervaring

De ervaring die is opgedaan tijdens het uitvoeren tijdens het onderzoek zijn besproken met de inkomensconsulenten en daar zijn een aantal acties uit naar voren gekomen. Zo vraagt de gemeente Almere tegenwoordig standaard bij de aanvraag of er vermogen is in het buitenland en leggen daarbij uit dat het kan gaan om bijvoorbeeld een stuk grond, onroerend goed of het saldo op de bankrekening. Ze maakt gebruik van een tolk voor personen die de Nederlandse taal niet goed beheersen. Ook laten ze de afgelegde verklaring vertalen door de tolk, zodat hier later ook geen onduidelijkheid over kan ontstaan.

Daarnaast wordt gevraagd of klanten een dubbele nationaliteit hebben. Wanneer dit het geval is vragen ze naar het buitenlandse ID bewijs en leggen dit vast in Verseon. Let er bij het vertalen van de familienaam op dat deze goed wordt vertaald naar het Nederlands en goed is gespeld, dit wil nog weleens afwijken bij bijvoorbeeld Egyptische namen. Tot slot vraagt Almere nu altijd naar de locatie waar de cliënt is opgegroeid in het land van oorsprong (provincie, stad, dorp en de periode).

Dit lijken veel vragen, maar uit jurisprudentie blijkt dat bijstandsgerechtigden verplicht zijn om mee te werken aan onderzoek naar inkomen en vermogen, dit ligt in het verlengde van art. 17 van de Participatiewet.

Tip

Het kost misschien wat extra werk en tijd om ervoor te zorgen dat het proces van de aanvraagprocedure wordt aangepast. Maar dit scheelt een hoop werk achteraf én het voorkomt eventuele toekomstige terugvorderingen/rechtmatigheidsonderzoeken, waardoor de cliënt onnodig in de financiële problemen kan komen. Door dit al in het beginstadium van het proces te verwerken krijgt de cliënt de gelegenheid om openheid van zaken te geven omtrent buitenlands vermogen. Indien hij/zij er niet van op de hoogte is van het feit dat deze gegevens gemeld dienen te worden, wordt hij/zij hierover geïnformeerd. Hiermee verbeter je als gemeente een stuk dienstverlening en vergroot je de fraudealertheid doordat het onderwerp vermogen buitenland onder de aandacht wordt gebracht.