LSI-voorzitter Jan IJzerman blikt terug op 2021. ‘De LSI wil leren van praktijkvoorbeelden. Er wordt hard gewerkt. Dat zie je ook terug in de sterke groei van het aantal aangesloten gemeenten. Nu is het zaak die focus te bewaren en door te zetten.’

‘Door te kijken naar fenomenen in een gebied, zoals de positie van arbeidsmigranten, maken wij als LSI echt een belangrijke ontwikkeling door.’ Dat zie ik bijvoorbeeld in de Regio Noord-Limburg, bij de samenwerking rondom de verbetering van de positie van arbeidsmigranten. Acht gemeenten bundelden daar de krachten in het Flexibel Regionaal Interventie Team (FRIT). De pilot geeft inzage in wat samenwerking kan doen. Ook geeft de pilot zicht op de keten rondom arbeidsmigranten. Malafide uitzendbureaus stoppen namelijk niet bij de grenzen van een wijk of gemeente. Daar heb je een bredere blik voor nodig. En dat toont aan hoe belangrijk de samenwerking is waar de LSI voor staat.

Zo’n praktijkvoorbeeld als het FRIT maakt me optimistisch. Ik heb het gevoel dat de LSI op het goede spoor zit en mooie resultaten kan boeken. Juist doordat er intensief met elkaar samen wordt gewerkt. Doordat partijen niet met oogkleppen op kijken naar misstanden rondom arbeidsmigranten in hun eigen gebied, voorkomen we dat er ongelijkheid ontstaat voor arbeidsmigranten en ondernemers die hemelsbreed niet zo ver uit elkaar zitten, maar wel worden gescheiden door de grens van een gemeente of wijk. Zo voorkomen we ook ongewenste concurrentieverschillen.

Dat brengt me meteen bij iets dat belangrijk is in het werkveld van SZW: preventie. Op het ministerie kijken we steeds meer hoe we kunnen voorkomen dat er misstanden ontstaan. Hoe kunnen we bijvoorbeeld voorkomen dat mensen geleidelijk afglijden naar criminele activiteiten? 
Preventietrajecten vinden we belangrijk. Denk aan zoiets als Team Preventie met hoogleraar Menno Fenger als voorzitter, of aan het programma Preventie van ondermijning waarbij we gezamenlijk optrekken met andere departementen. Om de toekomst van de LSI te bestendigen, wordt met de herijking in 2022 gekeken hoe het instrument gepositioneerd kan worden binnen deze nieuwe koers.
Ik ben blij dat steeds meer gemeenten de waarde van de LSI zien. Tweeëneenhalf jaar geleden begonnen we met 73 gemeenten. Daar zijn in 2020 nog eens 25 gemeenten bijgekomen. En in 2021 groeiden we, ondanks corona, van 98 naar 151 gemeenten.

Er wordt hard gewerkt dus! Het opstarten van nieuwe LSI-projecten heeft wat vertraging opgelopen door corona en door de verscherpte kaders op het gebied van privacy. Aan dat laatste werken we hard zodat gemeenten samen met de ketenpartners onverminderd kunnen blijven werken aan het doel van de LSI:

De convenantpartners werken samen in Interventieteams ter voorkoming en terugdringing van belasting- en premiefraude, toeslagenfraude, uitkeringsfraude, overtredingen van arbeidswetgeving en daarmee samenhangende misstanden zoals door de LSI aangeduid.

‘Laten we dat gezamenlijk doel scherp voor ogen houden!’