Er ontstaan steeds meer nieuwe manieren van werken bij de zorg voor arbeidsmigranten. ‘Healthcare for Internationals (H4i) Limburg’ is daar één van de voorbeelden van. Naast ‘H4i Limburg' zijn er ook andere initiatieven die oplossingen bieden.

Twee vrouwen staan achter de balie van de huisartsenpraktijk ‘Healtcare for Internationals Limburg’

De praktijk van ‘H4i Limburg’ richt zich volledig op de 30.000 arbeidsmigranten die in de regio Noord-Limburg werkzaam zijn. ‘Zo’n 6 á 7.000 zijn inmiddels patiënt bij ons’, vertelt huisarts Frank van Kemenade, oprichter van de praktijk.

Praktijk speciaal voor arbeidsmigranten

De praktijk is 1,5 jaar geleden gestart. Vanuit de huisartsen in de omgeving kwamen signalen dat zij moeite hadden om arbeidsmigranten hulp te bieden op de manier die zij nodig hebben. ‘Dat moet anders kunnen’, dacht van Kemenade en zo startte hij het plan om een praktijk speciaal voor arbeidsmigranten op te richten.

Het belang van een passende locatie

De praktijk is gevestigd naast de spoedpost van het ziekenhuis VieCuri in Venlo. ‘Groot voordeel is dat je hier alles bij de hand hebt’, vertelt van Kemenade. ‘Is een specialist nodig of moet er een foto worden gemaakt, dan zijn de lijntjes hier kort. Ook sluit de locatie mooi aan op de cultuur van arbeidsmigranten. Zo zijn bijvoorbeeld Oost-Europese arbeidsmigranten niet gewend om naar een huisarts te gaan, daar gaan ze gelijk naar een specialist. Door onze locatie in het ziekenhuis, sluiten we meer aan op dit beeld.’ In H4i Limburg is het zorgaanbod maximaal afgestemd op de doelgroep arbeidsmigranten.

Passende dienstverlening

De praktijk zet in op verschillende manieren om zo toegankelijk mogelijk voor de arbeidsmigrant te zijn. Zo spreekt het personeel vloeiend Engels, Pools, Roemeens, Duits, Bulgaars, Oekraïens (en vaak ook andere talen) en is de communicatie afgestemd op de behoefte en het zorggebruik van de doelgroep. Bovendien kunnen arbeidsmigranten de praktijk op verschillende manieren benaderen. Zo kunnen zij zich inschrijven via Facebook, vragen stellen via de mail of hun klachten bespreken over de telefoon.

Warme overdracht indien nodig

Vaak kunnen de klachten al telefonisch worden afgehandeld. Belt een arbeidsmigrant met de praktijk? Dan kan hij of zij gelijk kiezen voor de taal en wordt gelijk in de eigen taal geholpen. Is het toch nodig om de arbeidsmigrant te zien, dan kan hij of zij langskomen in de praktijk of er wordt gezocht naar een huisarts dichter in de buurt. ‘Deze huisarts sturen we dan het dossier van de arbeidsmigrant, zodat er altijd een warme overdracht is’, aldus van Kemenade.

Nationale backoffice

‘We zitten nog vol met plannen voor de toekomst. Zo willen we een nationale backoffice worden voor het hele land. Arbeidsmigranten kunnen dan telefonisch geholpen worden. Moet er toch een huisarts ingeschakeld worden, dan kijkt een van onze tolken online mee. Zo is de arbeidsmigrant niet afhankelijk van de werkgever en kan ook vrij zijn of haar verhaal doen. De verwachting is dat we hier medio april mee kunnen starten’, vertelt van Kemenade. ‘Wel zijn we hiervoor nog op zoek naar huisartsen in het land die hieraan mee willen werken.’

Schaarste aan huisartsenzorg binnen gemeenten

‘Deze backoffice sluit aan op de schaarste aan huisartsenzorg voor arbeidsmigranten. Gemeenten die deze schaarste herkennen kunnen de huisartsen in hun gemeente benaderen om samen te werken met ‘H4i Limburg’. Doordat wij de patiënten als eerste te woord staan halen we een deel van de problematiek weg. Is een consult nodig, dan kan de huisarts in de gemeente een beroep doen op onze tolk. De huisarts ziet ze anders toch. Alleen dan met taalprobleem, wellicht onterecht, en zonder eenvoudig bereikbare tolk. Er zijn geen kosten voor zowel gemeente als huisarts en de huisarts krijgt het gebruikelijke passantentarief keurig betaald.’

Potentie in medische kennis

‘Ook kijken we naar de mogelijkheden om uit te breiden met asielzoekers en statushouders. De doelgroep breidt uit, dat blijkt uit de toenemende vraag. Zo hebben we het afgelopen jaar ook veel vluchtelingen uit Oekraïne geholpen. Binnen de doelgroep asielzoekers en statushouders zit ook potentie in medische kennis, die we ook hard kunnen gebruiken binnen de praktijk’, aldus van Kemenade.

Inschrijven van werknemers

‘Als ik terugkijk op de afgelopen periode dan zie ik vooral het werkplezier van het personeel en de dankbaarheid van de arbeidsmigranten als positief. Ook als iemand geen patiënt is bij ons, wordt hij of zij altijd geholpen. Wat helaas een beetje is tegengevallen is dat de werkgevers het belang niet zien om werknemers in te schrijven. Het zou ze eigenlijk geen moeite moeten kosten om de werknemers in te schrijven. Wij kunnen ze er ook bij helpen, maar ze nemen de moeite niet. Dat is jammer, want arbeidsmigranten hebben vaak moeite met het vinden van zorg en het initiatief staat of valt met het aantal patiënten dat ingeschreven is.’

Wat kunnen gemeenten doen?

‘Op dit moment is er weinig contact met de gemeenten. Wel liggen er informatiefolders bij het RNI-loket, maar dat is eigenlijk het enige. Het zou helpen als de gemeente informatie zou verstrekken over de backoffice. En wellicht kunnen ze ook huisartsen in hun gemeente enthousiasmeren om mee te doen. Het bieden van zorg aan arbeidsmigranten is op zich geen taak van de gemeente, maar het is wel fijn als het goed geregeld is. Een afgeleide verantwoordelijkheid’, aldus van Kemenade.

Maatschappelijk werker op de praktijk

‘Naast de informatievoorziening zie ik nog zeker andere mogelijkheden voor gemeenten. Zo hebben de arbeidsmigranten veel vragen die nu niet gesteld worden, omdat ze de weg niet weten. Vaak stellen ze die dan hier in de praktijk. Hoe mooi zou het zijn als er dan een maatschappelijk werker of een consulent van de gemeente op bepaalde tijden bij ons in de praktijk aanwezig is?’

Bundelen van krachten

‘Daarnaast pikken huisartsen en welzijnsmedewerkers sneller signalen op over wat er gebeurt in de gemeente. Deze signalen zouden beter bij de gemeente moeten landen. Hiervoor moet wel structureel contact mogelijk zijn. Of dat wij de vragen bundelen en door kunnen geven aan een vaste contactpersoon. Die lijntjes zijn er nu niet, maar hiermee kunnen we de krachten bundelen,’ aldus van Kemenade.

Oppakken van drempels

‘Maar we hebben we nog veel meer plannen voor de toekomst. Op dit moment zijn de arbeidsmigranten vaak nog afhankelijk van de werkgever voor vervoer naar de praktijk. Deze drempel zou opgepakt kunnen worden door de inzet van een eigen bus. Ook denken we na over langere openingstijden, omdat arbeidsmigranten vaak zorg nodig hebben na hun werk. Maar daar moet dan wel capaciteit voor zijn. Maar zoals gezegd is de belangrijkste hobbel nu eerst de informatievoorziening. De enige manier is goede samenwerking met werkgevers en uitzendbureaus,’ besluit van Kemenade het gesprek.

Meer informatie of vragen?  

Mail dan met het ondersteuningsteam arbeidsmigranten van de VNG via arbeidsmigranten@vng.nl.