In de regio Twente werken alle gemeenten samen met de GGD aan toezicht en handhaving in de kinderopvang. Zo wordt de GGD regionaal aangestuurd en werken alle toezichthouders op dezelfde manier. Dat maakt de uitvoering gemakkelijker en versterkt ook de kwaliteit van de kinderopvang. 

Gaby Kolkhuis Tanke en Laura Sauer

Sinds de invoering van de Wet kinderopvang wordt er in de regio Twente al regionaal samengewerkt. Wij gingen in gesprek met Laura Sauer, coördinator team Inspectie en Hygiëne bij de GGD Twente, en Gaby Kolkhuis Tanke, medewerker handhaving kinderopvang bij de gemeente Hengelo. Hoe werken zij samen en op wat voor een manier gaan ze om met de huidige ontwikkelingen?

Eén regionaal handhavingsbeleid

Kolkhuis Tanke: ‘Wij werken binnen de regio met alle 14 gemeenten samen aan toezicht en de handhaving in de kinderopvang. Elke gemeente is autonoom en maakt haar eigen keuzes, maar we maken regionaal met elkaar afspraken over ons handhavingsbeleid. Zo is de basis voor elke gemeente hetzelfde.’ En dat is uniek in Nederland. Regio Twente is de enige regio die op deze manier aan toezicht en handhaving in de kinderopvang werkt. 

‘Direct na de invoering van de Wet kinderopvang in 2005 hebben we het voortouw genomen om een gezamenlijk beleid op te stellen, met afspraken over de manier waarop we toezicht en handhaving in de kinderopvang vormgeven’, aldus Kolkhuis Tanke. De samenwerking heeft in de loop der jaren wel een andere vorm gekregen. Sauer: ‘We werken nu met een kleinere kerngroep van ongeveer 5 gemeenten waarin we eerst bepaalde ontwikkelingen of aankomende wetswijzigingen bespreken. Op basis daarvan stellen we vaak een memo op en die delen we dan met de hele regio.’ 

GGD voert overal dezelfde inspecties uit

Ook de GGD is aangesloten bij de kerngroep. Zo kunnen gemeenten via korte lijntjes samen met de GGD toezicht en handhaving handen en voeten geven. Sauer: ‘De toezichthouders voeren in de regio Twente bij elke houder op dezelfde manier inspecties uit. Dat maakt ons werk een stuk makkelijker. Zo zijn er bijvoorbeeld gemeente-overstijgende houders. Het is fijn als we deze houders op dezelfde manier behandelen. Zo creëer je duidelijkheid en weten onze houders waar ze aan toe zijn. In andere regio’s kunnen er nog wel eens verschillen onder gemeenten zijn. En dat maakt het uitvoeren van inspecties een stuk moeilijker.’ Bijvoorbeeld ten aanzien van het toepassen van een herstelaanbod na een inspectieonderzoek. Voor houders is het prettig om, indien mogelijk, binnen het bestaande onderzoek de kans te krijgen om een tekortkoming of overtreding te herstellen. In Twente hanteren wij deze werkwijze in alle 14 gemeenten. Dat zorgt voor duidelijkheid waar zowel houder als toezichthouder bij gebaat is.  

Een eigen regionale insteek

Sauer: ‘Het is fijn om direct met gemeenten in de regio te kunnen overleggen over hoe we landelijk vastgesteld beleid of wijzigingen in de wet regionaal gaan uitvoeren. We volgen natuurlijk de wet, maar soms zijn er aanvullende afspraken nodig. Op zulke momenten gaan we samen met de regio kijken hoe we dit het beste kunnen aanpakken. Zodat we uiteindelijk eenzelfde werkwijze hebben die voor iedereen past.’

Kleinere gemeenten kunnen ‘meeliften’

Een ander bijkomend voordeel is dat kleinere gemeenten, met minder capaciteit op het dossier kinderopvang, mee kunnen liften op beleid dat breed in de regio wordt vastgesteld. Kolkhuis Tanke: ‘Binnen de regio hebben we 3 grotere gemeenten (Enschede, Hengelo en Almelo) en verder vooral kleinere plattelandsgemeenten (Borne, Dinkelland, Haaksbergen, Hellendoorn, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden). Een medewerker heeft in zo’n kleinere gemeente vaak nog andere dossiers naast het kinderopvangdossier. Dan is het heel lastig om op de hoogte te blijven van alle ontwikkelingen. Het is dan fijn als we daar in de kleine kerngroep alvast een voorzet op geven. En door de goede onderlinge contacten weten de kleinere gemeenten ons ook te vinden op het moment dat ze te maken krijgen met een casus waarin ze niet precies weten hoe te handelen. Zo delen we ook ervaringen met elkaar.’

Samen in gesprek over nieuwe ontwikkelingen 

De kerngroep van de regio Twente komt ongeveer 4 keer per jaar samen. Voor zo’n overleg wordt van tevoren een agenda opgesteld. Elke gemeente kan agendapunten aanleveren en iedereen is vrij om aan te sluiten. Na een bijeenkomst worden ook altijd de notulen met de hele regio gedeeld. Sauer: ‘Tijdens onze laatste bijeenkomst hebben we het gehad over flexibel toezicht.’ Flexibel toezicht houdt in dat er minder met vaste toets-items wordt gewerkt tijdens een inspectie. Dit stelt de toezichthouders in staat tot meer maatwerk, bijvoorbeeld door diepgaander onderzoek te doen naar bepaalde thema’s.

‘Als regio zijn wij in Nederland als één van de eersten gestart met het invoeren van flexibel toezicht. Bij de invoering hebben we eerst gezamenlijk een memo opgesteld. In die memo hebben we beschreven hoe we in de regio flexibel gaan inspecteren. Elke gemeente heeft toen intern de onderbouwing en afspraken besproken. En vanaf april 2022 passen alle gemeenten op dezelfde manier het flexibel inspecteren toe,’ licht Kolkhuis Tanke toe. 

Verder krijgen gemeenten vanaf 2022 extra middelen voor het toezicht op de gastouderopvang. Kolkhuis Tanke: ‘Voor ons reden om dit te bespreken tijdens één van onze bijeenkomsten. Want hoe gaan we hier in de regio mee om? Voorheen werd ongeveer 5 á 50 procent van de gastouders in een gemeente bezocht, maar met de extra middelen kan er vaker een bezoek afgelegd worden. Dat betekent wel dat er ook capaciteit bij de GGD moet zijn om daadwerkelijk de inspecties uit te voeren. Ook hier hebben we inmiddels gezamenlijk afspraken gemaakt.’ 

Toezicht op de kinderopvang met 3 partijen

Naast de bijeenkomsten van de kerngroep heeft de gemeente ook, op individuele basis en op basis van de inspecties, veel contact met de GGD. De gemeente ontvang een jaarplanning van de GGD zodat zij weet op welk moment en door wie een inspectie wordt uitgevoerd. Kolkhuis Tanke: ‘Het handhaven en toezichthouden op de kwaliteit van de kinderopvang doe je met 3 partijen: de houder, de gemeente en de GGD. Samen proberen we ervoor te zorgen dat we altijd verantwoorde kinderopvang bieden in onze regio.’

Tips voor gemeenten

Kolkhuis Tanke: ‘Waarom bij ons in de regio de samenwerking zo goed gaat, is omdat elke gemeente zijn of haar aanvullingen en ideeën mag delen. Alles is bespreekbaar. De memo’s die voortkomen uit onze kerngroep delen we met de hele regio totdat er consensus is en alle gemeenten zich committeren aan de afspraken. We zijn ons ervan bewust dat elke gemeente een autonome organisatie is en haar eigen beslissingen neemt. Maar ons handhavingsbeleid geeft een duidelijke en eenduidige richting.’

Sauer: ‘Mijn tip aan andere gemeenten is om vooral met elkaar de dialoog aan te gaan. Soms kan het lastig zijn om de neuzen allemaal dezelfde kant op te laten wijzen. Maar door met elkaar het gesprek aan te gaan komen we er vaak achter dat we onderaan de streep allemaal dezelfde belangen en speerpunten hebben. Kolkhuis Tanke: ‘En door elkaar regelmatig op te zoeken en ervaringen te delen, leer je weer van elkaar. Dat komt de kwaliteit van de kinderopvang alleen maar ten goede.’

Meer informatie

Wilt u graag meer weten over de regionale samenwerking in de regio Twente? Dan mag u contact opnemen met Gaby Kolkhuis Tanke of Laura Sauer