Een werkend stelsel voor digitale identiteiten is als een ecosysteem en gaat verder dan alleen gemeenten. De herziening van de eIDAS verordening (eIDAS 2.0) legt de basis voor een betrouwbare digitale infrastructuur binnen Europa. Hierin kunnen burgers, bedrijven en overheden veilig en transparant online diensten gebruiken.
Of dat zo eenvoudig, laagdrempelig en vlot zal gaan werken, staat of valt bij het maken van gezamenlijke inrichtingskeuzes. Alleen door met elkaar een samenhangend en goed functionerend stelsel te bouwen, kunnen de voordelen van de digitale identiteit volledig worden benut.
Samen bouwen
Het succes van de Europese digitale identiteit is afhankelijk van de samenwerking tussen publieke en private partijen. Dit vraagt om een integrale aanpak waarin overheidsinstanties, bedrijven, softwareleveranciers en maatschappelijke organisaties gezamenlijk bouwen aan een betrouwbaar, toegankelijk en toekomstbestendig digitaal ecosysteem waarin diensten met maatschappelijke meerwaarde geboden worden. Dat vraagt om gedeelde ambitie (wat willen we met elkaar bereiken) en samenhang (hoe gaan we dat met elkaar realiseren). Het rijk is verantwoordelijk om de regie te voeren en om ook daadwerkelijk tot een samenhangend stelsel te komen. Deze verantwoordelijkheid is belegd bij de ministeries van Binnenlandse Zaken en van Economische Zaken.
Kansen en uitdagingen voor gemeenten
De komst van de Europese digitale identiteit biedt gemeenten kansen maar kent ook uitdagingen. De EDI-wallet stelt burgers in staat om zich op een veilige, privacy vriendelijke manier te identificeren en gegevens te delen met overheden, zorginstellingen, banken en andere dienstverleners. Dit biedt kansen om de administratieve lasten te verminderen en de dienstverlening efficiƫnter en gebruiksvriendelijker in te richten. Tegelijkertijd stelt het ons ook voor nieuwe opgaven, zoals het beschikbaar stellen van data en het accepteren van de digitale identiteit. Om dit te realiseren, moeten alle betrokken partijen zich zo goed als gelijktijdig voorbereiden op de invoering.
Voor gemeenten betekent dit dat zij zich moeten voorbereiden op een verandering in het aanbieden van digitale diensten. Gemeenten hebben hierin verschillende rollen:
- Bronhouder en leverancier van Persoonlijke Identificatie Data (PID)-gegevens;
- Bronhouder en leverancier van andere gegevens;
- Ontvanger van gegevens uit de wallet (een partij die vertrouwt op de informatie);
- Belanghebbende bij het bepalen hoe het systeem werkt;
- Gebruiker van systemen/registers (gebruik maken van informatie en/of informatie registreren) om taken/diensten uit te voeren.