-
Ken uw onderwijspartners
Gemeenten en onderwijs worden, nog meer dan nu, in de toekomst elkaars partners als het gaat om “het sociaal kapitaal” van de jeugd. Dat maakt het mogelijk vanuit verschillende verantwoordelijkheden afstemming te zoeken én overlap te voorkomen bij de zorg rondom leerlingen/jeugdigen.
-
Pak als gemeente de handschoen op
Voor een groep leerlingen is de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs een risicomoment. Voorkomen moet worden dat leerlingen uitvallen. De Wet Passend Onderwijs voorziet er niet in dat de samenwerkingsverbanden primair en voorgezet onderwijs hun activiteiten op elkaar afstemmen. U kunt als gemeente deze handschoen oppakken en in uw overleg met het onderwijs trachten tot afspraken te komen over de overdracht van leerlingen met een speciale ondersteuningsbehoefte.
-
Zoek contact met gemeenten die binnen het samenwerkingsverband vallen
Bespreek met deze gemeenten een wenselijke opstelling richting het samenwerkingsverband. U vindt de samenwerkingsverbanden hier.
Kies, indien men dat wil, een gemeente die als (voorlopige) contactgemeente fungeert voor het samenwerkingsverband (in oprichting) en stel met elkaar randvoorwaarden vast.
Op de VNG-webpagina Slim Samenwerken vindt u tips en voorbeelden van gemeentelijke samenwerking. U vindt daar het factsheet Regionale samenwerkingsverbanden Jeugd.
-
Stel vast wat u als gemeente kunt leveren in zorg rond het onderwijs
Van belang is dat er een gemeenschappelijke taal ontstaat als het gaat om zorgstructuren; wat is onderwijszorg, wat is de gemeentelijke aanpalende zorg? Het referentiekader, dat door het Ministerie van OCW ontwikkeld wordt, maakt duidelijk wat onder onderwijszorg verstaan moet worden.
-
Zoek contact met de huidige verantwoordelijken voor het (jeugd) zorgdomein
Het is van belang dat zowel het onderwijs als de huidige verantwoordelijken voor het (jeugd) zorgdomein, zich bewust zijn van de frictie tussen de beide wetgevingstrajecten; Wet Passend Onderwijs en de nieuwe Wet op de Jeugdzorg. Eén van de redenen om het preventieve en het zwaardere jeugddomein in één bestuurslaag te verenigen is het veronderstelde verband tussen beide vormen van jeugdzorg. Meer inzet op preventie leidt in deze denkwijze tot minder beroep op duurdere vormen van zorg. Als er nu bezuinigd wordt op zorg rondom scholen kan het zijn dat u dat als gemeente later terugziet in het beroep op de zwaardere vormen van jeugdzorg.
-
Gemeenten kunnen afspraken maken over de overgangsperiode in het zorgplan
Er zijn gemeenten die met de provincie overeenkomen dat zij al rechtstreeks regievoerder zijn als het gaat om de inzet van jeugdzorgtaken. Dat heeft als voordeel dat er samen opgetrokken wordt en dat autonome gelden van de provincie niet zo makkelijk geschrapt worden.
-
Informatie over leerlingenvervoer en het passend onderwijs
Als de Wet Passend Onderwijs wordt ingevoerd, zullen de rechten voor de leerlingen in het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) gelijk gesteld worden aan die van het Voortgezet Onderwijs (VO). Dat betekent dat alleen leerlingen die niet in staat zijn zelfstandig met het openbaar vervoer te reizen (door enige vorm van handicap), recht hebben op bekostiging van het vervoer. Er is nog geen wetsverandering op grond waarvan de verordening kan worden aangepast.
-
Informatie over onderwijshuisvesting en passend onderwijs
De gevolgen van de invoering van passend onderwijs voor de uitvoering van de gemeentelijke taken op het gebied van onderwijshuisvesting dienen door het kabinet helder in kaart gebracht te worden. Het ‘opnemen’ van leerlingen die extra zorg en ondersteuning nodig hebben kan tot gevolg hebben dat de schoolgebouwen moeten worden aangepast.
-
Werk aan een gemeenschappelijke visie en een gemeenschappelijke taal
Eén van de constateringen van de Inspectie van het Onderwijs is dat op dit moment er te veel zorg buiten de klas georganiseerd is. Daardoor heeft de docent in de klas minder mogelijkheid om het probleem zelf op te lossen. Leerlingen worden buiten de klas of school verplaatst, zonder dat duidelijke is wat dat oplevert. Eenzelfde constatering wordt gedaan binnen het domein van de jeugdzorg.