Het CityLoops project brengt 7 Europese steden samen, waaronder de stad Apeldoorn. Allemaal ontwikkelen ze oplossingen om hun stad meer circulair te maken.

Afbeelding van bladgroen dat wordt versnipperd in een machine

21 april 2022

De gemeente Apeldoorn zamelt jaarlijks ruim 56.000 ton huishoudelijk afval in. Circa 38% hiervan is bioafval. Wat te doen met deze enorme stroom aan groente-, fruit- en tuinafval? Met het project CityLoops kijkt de gemeente naar nieuwe oplossingen. Daarbij ligt de focus op de 2 belangrijkste afvalstromen in Europa: bouw- en sloopafval en biologisch afval. Verder is er ook aandacht voor het ontwikkelen en toepassen van nieuwe verwerkingsmethoden en businessmodellen die upcycling van biomassa mogelijk maken. 

Ook is Apeldoorn van plan de komende jaren meerdere wijken te renoveren. De openbare ruimte en wegen in deze buurten bestaan typisch uit materialen als beton en asfalt met een hoog circulair potentieel. Door deelname aan CityLoops wil de gemeente de capaciteit opbouwen om deze middelen voor de stad te behouden mét oplossingen voor bouw- en sloopafval. Zo komt Apeldoorn steeds dichterbij het zijn van een echte circulaire stad. 

De VNG ging in gesprek met Adriaan Hellemans (projectmanager) en Inge Smolders (communicatieadviseur EU-projecten) van de gemeente Apeldoorn.

Hoe is het project CityLoops ontstaan?

Hellemans: ‘CityLoops is in 2017 ontstaan en is onderdeel van het Europese subsidieprogramma Horizon 2020. Tijdens een bijeenkomst in Brussel hebben onze voorgangers met een aantal collega’s uit Denemarken en Duitsland gesproken over circulaire economie. Hier is het idee ontstaan om samen een project op te zetten om de transitie naar een circulaire economie te stimuleren.’

Wat is de doelstelling van het project?

De primaire doelstelling is om materiële circulariteit te bereiken. Er worden vooral handvatten ontwikkelt die andere steden helpen met het zetten van stappen naar een circulaire economie. 

Wat maakt het project CityLoops zo innovatief? 

Smolders: ‘Als stad ontkom je niet aan afval. De uitdaging is hoe je dit afval zo goed mogelijk kunt gebruiken, zodat het geen afval meer hoeft te zijn. Dat noemen we circulair werken. CityLoops is innovatief omdat we met het project op zoek gaan naar originele manieren om materialen te hergebruiken en nieuwe toepassingen en werkvormen onderzoeken.’

Hellemans: ‘Met CityLoops werken we aan instrumenten zoals case studies, om onze kennis uit de praktijk vast te leggen en door te geven aan andere steden. Deze instrumenten vormen een stap in de richting van een meer circulaire economie. Ze zorgen we voor meer bewustwording over wat er nodig is om circulair te worden in de stad. Wanneer een stad dan daadwerkelijk stappen wil maken richting een circulaire economie, is er een schat aan instrumenten om zelf mee aan de slag te gaan.’

Kunnen jullie een paar praktijkvoorbeelden noemen?

Hellemans: ‘Voor organisch afval zijn er verschillende business cases. Met al deze cases doorlopen we hetzelfde proces. Een voorbeeld is Bokashi, een business case waarbij we bladeren uit stadsdelen van Apeldoorn verzamelen, verwerken en terugbrengen naar het gemeentelijk groen als bodemverbeteraar. Afvalbladeren worden gefermenteerd. Deze Bokashi is rijk aan voedingsstoffen, wat een positief effect heeft op de bodemkwaliteit. Daarnaast stimuleert het de vochtregulatie, koolstofopslag en plantengroei. In tegenstelling tot gewone compost blijft in Bokashi koolstof en energie bewaard.

Smolders: ‘Dan heb je nog de Japanse duizendknoop. De Japanse duizendknoop is een sterke en woekerende plant die de biodiversiteit verstoort. De plant verdringt ander groen en tast gebouwen aan. Het is een plant met stevige wortelstokken. Kortom, het is echt een plaag die de gemeente wil verdelgen. Samen met de Universiteit Wageningen zijn we erachter gekomen dat we de sterke vezels van deze plant kunnen gebruiken als basismateriaal voor 3D printen. Zo wordt het afval van een ongewenste plant toch nog op een leuke en nuttige manier gebruikt!’

Hellemans: ‘Binnen de tak van bouw- en sloopafval onderzoeken we mogelijkheden voor het hergebruiken van materialen. Zo werken we aan de renovatie van een weg in Apeldoorn, waarbij alle oude straatstenen worden hergebruikt om zoveel mogelijk circulair te werken.’

In het project CityLoops werken jullie samen met 6 andere steden en 28 multidisciplinaire partners. Hoe hebben jullie deze samenwerking ervaren?

Hellemans: ‘Horizon 2020 is een onderzoek subsidie. Voor gemeenten staat dat soms verder af van de werkelijkheid. Maar ik ben van mening dat de maatschappelijke relevantie van een kennisinstelling misschien wel net zo groot is als die van een gemeentelijke organisatie. Waar de gemeente de onderzoekscomponent mist, mist bijvoorbeeld een partner zoals de Universiteit Wageningen de mogelijkheid om in de praktijk te gaan testen. Ik denk dat die 2 werelden nu heel mooi samenkomen. Ik ervaar de samenwerking als zeer prettig.'

'Als je kijkt naar het bredere consortium, dan zijn er veel kennisinstellingen waar we direct mee te maken hebben. Die daag je uit, en zelf word je ook uitgedaagd om verder na te denken dan alleen datgene waar je mee bezig bent. Je krijgt feedback over hoe dingen anders aangepakt kunnen worden. Dat vind ik het mooiste aan onze samenwerking.’

Hebben jullie tijdens het project met andere gemeenten samengewerkt?

‘Daar zijn we eigenlijk recent pas mee begonnen. Eerst moet je zelf onderzoek doen. Eén van de geleerde lessen is dat we de andere gemeenten eerder moeten betrekken. Het is beter om vanaf het begin met andere gemeenten op te trekken en gezamenlijk stappen te zetten, in plaats van alleen. Het geldt voor meer gemeenten dat als je de lasten kan delen, je ook de lusten daarvan kan delen. Je kunt beter met meer mensen hetzelfde resultaat bereiken, dan is de impact waarschijnlijk ook groter.’

Wat kunnen andere gemeenten van CityLoops leren? 

‘Binnen het project worden 30 nieuwe tools en processen getest. Als stad zijn we de praktische cases aan het uitwerken en vastleggen, zodat die geïmplementeerd kunnen worden in andere steden. Andere gemeenten kunnen leren hoe je projecten systematischer kunt aanpakken. Niet meeliften op een trend, maar systematisch nadenken over de impact van een project.  Daarnaast zou ik graag aan andere gemeenten willen meegeven, die een dergelijk project gaan starten, om de impact van z’n project niet te onderschatten.’

Wat geeft jou de meeste energie in dit project?

Hellemans: ‘Het feit dat ik aan het nadenken ben, dat geeft mij het allermeeste plezier. Het gaat niet alleen over het hergebruik van materiaal, je denkt ook na over de impact van de circulaire opgave op onze maatschappij. Als inwoner van Nederland, maar ook als inwoner van de gemeente Apeldoorn. Dat geeft mij heel veel voldoening. Daarnaast heeft de gemeente de belangrijke taak om onze innovatieve stappen uit te leggen aan onze omgeving.’

Smolders: ‘Dit geldt ook voor mij. Je ziet dat veel mensen geen idee hebben van de verschillende mogelijkheden. Door praktijkvoorbeelden (zoals die van de Japanse duizendknoop) te delen, komt er meer bewustwording voor de oplossingen die er zijn. Misschien is het voor een gemeente heel simpel om met een aantal aanpassingen bij te dragen aan een meer circulaire stad of gemeente. Het geeft mij energie om daadwerkelijk iets te kunnen bijdragen aan een duurzamere wereld.’

Meer informatie