Op 1 januari 2021 trad het antenneconvenant in werking tussen rijksoverheid, de telecombedrijven en de VNG als vertegenwoordiger van gemeenten. Het convenant heeft tot doel te komen tot een zorgvuldige plaatsing van vergunningvrije antennes voor mobiele communicatie.

Het convenant is primair gewijzigd om het in lijn te brengen met de nieuwe Europese verordening ten aanzien van ‘small cells’ (kleine antennes tot 30 liter). Deze worden door de verordening vergunningvrij en daarom geldt er een andere juridische context voor deze antennes. Rond de plaatsing van small cells zijn aanvullende afspraken gemaakt in dit convenant.

 Andere wijzigingen zijn:

  • Gemeenten zullen zich door middel van een emailadres met een vast loket registreren bij de VNG op antenneconvenant@vng.nl, waarmee de operators kunnen communiceren over voorgenomen grootschalige plaatsing van small cells (indien en zodra aan de orde). Dit adres/loket kan ook gebruikt worden voor de jaarlijkse communicatie over plaatsingsplannen vanuit Monet.
  • De instemmingsprocedures rond de plaatsing van en aanpassingen aan vergunningsvrije antennes op woongebouwen zijn verduidelijkt.

Het nieuwe convenant is voor 5 jaar getekend met een mogelijkheid voor tussentijdse evaluatie en wijziging.

Hoofdzaken

In de Nota Nationaal Antennebeleid uit 2000 is bepaald dat het plaatsen van antennes tot 5 meter hoog op gebouwen en objecten vergunningsvrij is, mits er een convenant gesloten werd tussen gemeenten, telecomaanbieders en het Rijk. Dit convenant is in 2002 gesloten en is sindsdien tweemaal verlengd. Per 1 januari 2021 is een herziene versie van het Antenneconvenant in werking getreden. De VNG heeft dit convenant namens de gemeenten afgesloten. Individuele gemeenten kunnen zich beroepen op het convenant.

Het convenant heeft zoals gezegd tot doel een zorgvuldige plaatsing van vergunningsvrije antennes voor mobiele communicatie in Nederland. Dit zijn antennes tot 5 meter hoog die geplaatst zijn op bouwwerken op een hoogte van minimaal 9 meter hoogte (behoudens in beschermd stadsgezicht, op monumenten en in Natura 2000-gebieden etc.). Het Ministerie van EZK en het Antennebureau hebben een handige infographic gemaakt.            

De zorgvuldige plaatsing wordt bereikt door:

  • bevorderen van samenwerking tussen operators;
  • bevorderen van informatie-uitwisseling tussen operators en gemeenten;
  • voorkomen van maatschappelijke onrust.

De belangrijkste onderdelen van het Antenneconvenant en de bijbehorende aandachtspunten en wijzigingen zijn:

  1. Artikel 3 Plaatsingsplannen: Operators die voornemens zijn om vergunningvrije antenne-installaties te plaatsen in een gemeente, stellen ieder jaar een gezamenlijk plaatsingsplan op. Dit plan wordt aan de betrokken gemeente toegezonden door Monet. Gemeenten kunnen over dit plaatsingsplan in gesprek gaan met de operators. De plaatsingsplannen bevatten bedrijfsvertrouwelijke informatie. Naast de geplaatste vergunningsvrije en vergunningplichtige antennes (die ook terug te vinden zijn in het Antenneregister) zijn er zoekgebieden voor nieuw te plaatsen antennes opgenomen.

Vanuit de VNG vragen we leden om meer aandacht te geven aan deze plaatsingsplannen. De praktijk is dat een groot aantal gemeenten niet reageert op de aan hen toegezonden plaatsingsplannen. Hierdoor mist de gemeente een kans om met operators in gesprek te gaan over plaatsing van antennes, het realiseren van goede dekking in de gemeente én over vragen rond de ontwikkeling van mobiele bereikbaarheid. Dit komt mogelijk ook doordat van veel gemeenten onduidelijk is aan welk mailadres binnen de gemeente het plaatsingsplan gezonden moet worden. Het plaatsingsplan wordt standaard geadresseerd aan het College van Burgemeester en Wethouders, en wordt bij voorkeur aan een specifiek loket  gezonden (niet het emailadres van een individuele medewerker van de gemeente).

De VNG verzoekt haar leden daarom via een mail aan: antenneconvenant@vng.nl te melden naar welk loket (e-mailadres, bijv. antenneconvenant@naamvanuwgemeente.nl) de plaatsingsplannen gezonden moeten worden en deze gegevens actueel te houden. VNG zal deze gegevens met Monet delen. Dit adres wordt ook gebruikt voor de kennisgeving vooraf rond de grootschalige plaatsing van small cells (zie uitleg artikel 8).

2. Artikel 4 Visuele inpasbaarheid: Geen wijzigingen ten aanzien van de afspraken rond visuele inpasbaarheid

3. Artikel 5 Instemmingsrecht: Indien een operator een vergunningvrije antenne-installatie wil plaatsen op een woongebouw, dan wordt instemming van bewoners verkregen door een instemmingsprocedure. Er zijn enkele kleine wijzigingen in dit artikel geweest om te verhelderen dat wijzigingen aan bestaande installaties onder de eerder gegeven toestemming vallen en geen nieuwe toestemming vereisen. In het nieuwe convenant is in Bijlage 2 de uitleg rond deze instemmingsprocedure verbeterd.

4. Artikel 6 Blootstellingslimieten: De regeling over blootstellingslimieten in dit convenant wordt gehandhaafd in afwachting van een in voorbereiding zijnde algemene maatregel van bestuur waarin blootstellingslimieten zullen worden vastgelegd. https://www.internetconsultatie.nl/emvbesluit De consultatie van het Wijziging Frequentiebesluit 2013 ter bescherming van de volksgezondheid tegen radiofrequente elektromagnetische velden is op 4 januari 2021 gesloten. De AMvB formaliseert de limieten, zoals die onder deze en voorgaande convenanten al van kracht waren en er verandert daarom in de praktijk niets.  

5. Artikel 8 Draadloze toegangspunten met klein bereik – small cells: small cells (kleine antennes tot 30 liter) die voldoen aan de eisen en voorwaarden van de Europese uitvoeringsverordening 'Draadloze toepassingen met een klein bereik' (EU 2020/1070) zijn conform die verordening vergunningsvrij. Voorbeelden hiervan staan in de Factsheet ‘Lokaal beleid en kleine antennes’ voor lokale overheden van het  Antennebureau. Dit, tenzij ze geplaatst worden op specifieke locaties waarvoor een vergunningsplicht van toepassing is, zoals beschermde stadsgezichten, op monumenten en in Natura 2000-gebieden. Dit betekent dat voor deze antennes een andere juridische context geldt dan voor grotere (conventionele) antennes.

Het is om deze reden dat in het convenant is afgesproken dat artikel 3, 4, 5 en 7 van het convenant niet van toepassing zijn op small cells. In de uitvoeringsverordening en de bijbehorende bijlage staan de eisen ten aanzien de fysieke en technische kenmerken van small cells, zoals formaat, visuele inpasbaarheid, installatie, uitgestraald vermogen en elektromagnetische velden. Artikel 6 van het convenant aangaande blootstellingslimieten blijft onverminderd van toepassing.

In de uitvoeringsverordening staat dat de operators binnen 2 weken na plaatsing het Agentschap Telecom op de hoogte stellen van de plaatsing van de small cell, de locatie en de eisen waaraan deze voldoet. Het Agentschap neemt deze small cells op in het Antenneregister.

In aanvulling op de uitvoeringsverordening is overeengekomen dat operators bij grootschalige plaatsing van vergunningsvrije small cells in de buitenruimte de betreffende gemeente twee maanden vóór plaatsing hierover informeren. Deze kennisgeving is vertrouwelijk. De operators doen deze kennisgeving uitsluitend op het bij de VNG bekende loket. Het is dus van belang dat u dit loket registreert bij antenneconvenant@vng.nl. Op dit moment wordt in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken onderzocht hoe het aantal antennes zich mogelijk gaat ontwikkelen in de komende jaren.

In aanvulling op de uitvoeringsverordening is afgesproken dat bij plaatsing van small cells op een woongebouw de operator de eigenaar en/of verhuurder informeren over informatiemateriaal, dat wordt aangereikt door het ministerie van EZK. Dit met het verzoek dit te delen met de bewoners van het betreffende gebouw.

6. Artikel 9 Evaluatie: Partijen overleggen ieder jaar over de werking van het convenant. Partijen betrekken bij de periodieke evaluatie uitdrukkelijk de wijze waarop en de vorm waarin small cells uitgerold gaan worden. Dit met als doel om in kaart te brengen op welke wijze en langs welk proces de gemeenten op de langere termijn adequaat over het plaatsen van en inmiddels geplaatste small cells kunnen worden geïnformeerd. Eventueel kan het convenant worden aangepast.

Overige informatie