Er zijn in het 1e kwartaal van 2025 verruimende afspraken gemaakt tussen het ministerie van Asiel en Migratie (A&M), het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), de VNG en Nidos in het kader van de vervolghuisvesting van voormalig alleenstaande minderjarige vluchtelingen (amv) met status.
Verantwoordelijkheden
(Voormalig) alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) met een verblijfsvergunning vallen onder de taakstelling huisvesting vergunninghouders voor gemeenten op grond van de Huisvestingswet 2014. Gemeenten zijn daarmee verantwoordelijk om de jongeren die zijn aangemeld voor vervolghuisvesting te huisvesten. In het bestuursakkoord Verhoogde asielinstroom van 2015 is opgenomen dat amv’s met een verblijfsvergunning vanaf het moment dat ze in de gemeente worden geplaatst meetellen voor de huisvestingstaakstelling. Gemeenten blijven daarbij verantwoordelijk voor passende vervolghuisvesting van de jongere.
De verantwoordelijkheid van het rijk voor de opvang van de jongeren (en daarmee de opvang door (een contractpartner van) Nidos) stopt als de jongere 18 jaar is, of later (tot maximaal 21 jaar) als de jongere vanuit de Verlengde opvang kiest voor zelfstandig wonen. Vanaf dat moment is de gemeente verantwoordelijk voor het bieden van vervolghuisvesting. De gemeente wordt hier 6 maanden van tevoren over geïnformeerd door (een contractpartner van) Nidos
Meer informatie: handreiking van VNG en Nidos 'Overgang bij amv’s met verblijfsvergunning die 18 jaar worden'.
Nadere afspraken
Om duidelijkheid te verschaffen wat er gebeurt als een gemeente niet tijdig vervolghuisvesting heeft aangeboden, zijn tussen het Ministerie van Asiel en Migratie, het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening (VRO) en de VNG en Nidos de volgende afspraken gemaakt. Gezien de huidige uitdaging voor gemeenten om aan de huisvestingsopgave te voldoen, is hierin een tijdelijke tegemoetkoming voor gemeenten opgenomen.
NB: Deze onderstaande afspraken zijn tijdelijk voor een periode van twee jaar en gaan in per 1 januari 2025.
Afsprakenkader bij vertraagde vervolghuisvesting voor (voormalig) amv met een verblijfsvergunning
- Als de gemeente binnen zes maanden na melding vanuit (een contractpartner van) Nidos aan de gemeente geen huisvesting heeft gerealiseerd, krijgt de gemeente tijdelijk de mogelijkheid om daar nogmaals zes maanden over te doen. Deze tijdelijke maatregel wordt over twee jaar geëvalueerd en op basis daarvan wordt bepaald of verlenging van de tijdelijke maatregel nodig is.
- Er wordt aan gemeenten geen vergoeding meer gevraagd voor de kosten van langer verblijf in Nidos-opvang. De nadruk komt te liggen op de constructieve samenwerking tussen gemeenten en Nidos om zorg te dragen dat gemeenten tijdig vervolghuisvesting realiseren.
- Het is belangrijk dat de termijn van doorplaatsing richting vervolghuisvesting of passend alternatief zo kort mogelijk blijft, aangezien een langer verblijf in de opvang van (een contractpartner van) Nidos niet in het belang van de jongere is en omdat opvangplekken schaars zijn en deze zo snel mogelijk weer ter beschikking dienen te komen voor nieuwe amv. Het is daarom ook belangrijk dat erop zowel ambtelijk als bestuurlijk niveau bij gemeenten oog is voor de vervolghuisvestingstermijn. Mocht de gemeente binnen de nieuwe tijdelijk gestelde termijn de vervolghuisvesting niet kunnen realiseren, dan gaat de gemeente hierover tijdig in gesprek met de betrokken partijen en wordt dit indien nodig (bestuurlijk) opgeschaald.
- Nidos informeert gemeenten over de afspraken in dit afsprakenkader bij de start van kleinschalige opvang in de betreffende gemeente.