Fase
Wetsvoorstel aangenomen door EK, publicatie in StaatsbladFormele titel
Wijziging van de Omgevingswet en de Gaswet in verband met gemeentelijke instrumenten voor de warmtetransitie in de gebouwde omgeving (Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie)Kamerstuknummer
36387Staatsbladnummer(s)
Inhoud
Dit wetsvoorstel voegt aan de Omgevingswet en de Gaswet instrumenten toe waardoor gemeenten (lokale) regels kunnen opstellen om de warmtetransitie in de gebouwde omgeving van aardgas naar duurzame alternatieven tot uitvoering te brengen. In 2050 moeten alle woningen, scholen, winkels, kantoren en andere gebouwen goed geïsoleerd zijn en is aardgas niet langer de standaard om gebouwen mee te verwarmen.
Met dit voorstel kunnen gemeenten wijk voor wijk aan de slag gaan en samen met bewoners en gebouweigenaren een proces doorlopen waarin een afweging wordt gemaakt over wat per wijk het beste warmtealternatief is en wanneer woningen en gebouwen niet langer met aardgas worden verwarmd. De afkoppeling van het aardgas betekent dat gasnetbeheerders niet langer verplicht zijn in het betreffende gebied een gasnet "in werking te hebben". Ook mogen zij ondergrondse infrastructuur verwijderen.
Status
Aangenomen op 23 april 2024 door de Tweede Kamer en op 10 december 2024 door de Eerste Kamer.
Datum inwerkingtreding
Artikel 1
- Artikel IIA van de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.
Artikel 2
- Artikel I, onderdelen A en B, van het Besluit van 13 december 2024 houdende wijziging van het Warmtebesluit in verband met aanpassing van de tariefregulering (Stb. 2024, 412) treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.
- Artikel I, onderdeel C, van het Besluit van 13 december 2024 houdende wijziging van het Warmtebesluit in verband met aanpassing van de tariefregulering (Stb. 2024, 412) treedt in werking met ingang van 1 januari 2026.