Grondbeleid: verjaring en grondzaken
-
In de jurisprudentie (rechtbank/hof) na arrest Heusden is de vordering tot levering van de verjaarde grond inmiddels een aantal malen aan de orde geweest. De rechter kijkt goed naar de omstandigheden van het geval. Zo is een vereiste voor toewijzing van de vordering tot teruglevering van de grond dat de verjaringsverkrijger daadwerkelijk wist dat hij grond in bezit nam van de oorspronkelijke eigenaar.
Zie verder: Wegwijzer toepassing Heusden-arrest
Uitspraken over verjaring waarbij gemeenten partij zijn, zijn opgenomen in de VNG Jurisprudentie Databank
-
Kiest men voor de civiele procedure (revindicatie artikel 5:2 BW) dan kan worden gevorderd dat de vermeende bezitter de grond moet ontruimen en terugbrengen in de oorspronkelijke toestand op eigen kosten. Bij het toepassen van bestuursdwang kunnen de te maken kosten worden verhaald, als dit in de bestuursdwangbeschikking is aangezegd.
-
De gemeente heeft voor de ontruiming een rechtsgrond nodig. Zij mag niet tot eigenrichting overgaan. De rechtsgrond kan gebaseerd zijn op een bij de civiele rechter verkregen ontruimingsvonnis of op de bevoegdheid tot het toepassen van bestuursdwang.
Als verjaring dreigt en de gemeente wil gaan ontruimen omdat zij over haar grond wil beschikken, maar de burger weigert te ontruimen (omdat deze claimt eigenaar te zijn door verjaring), dan kan de gemeente bij de civiele rechter een revindicatievordering instellen op basis van artikel 5:2 BW en een veroordeling tot ontruiming vragen.
De gemeente kan ook tot ontruiming overgaan door bestuursdwang toe te passen, op basis van bijvoorbeeld het bestemmingsplan of de APV (met als reden strijdig gebruik). In deze situatie loopt de gemeente wel het risico dat als de zaak bij de bestuursrechter komt, deze in tegenstelling tot de civiele rechter, zou kunnen oordelen dat de gemeente moet onderzoeken of legalisatie van het ‘strijdige gebruik‘ mogelijk is. De bestuursrechter zal bovendien geen oordeel geven over de eigendomssituatie van de betreffende grond.
-
Als de gemeente de verjaring betwist, maar de burger tot inschrijving van de verjaring wil overgaan, dan zal de notaris de notariële akte alleen inschrijven in de openbare registers als hij verklaart dat voldoende bewijs is overgelegd om van verjaring te kunnen spreken.
Als de notaris verklaart dat er onvoldoende bewijs is overgelegd of dat er geen overeenstemming is tussen beide partijen (de burger en gemeente) over de inschrijving dan boekt de bewaarder van de registers het stuk in het register van voorlopige aantekeningen. Partijen zullen dan eerst een civiele procedure moeten voeren over de eigendomssituatie, voordat de rechter zal beslissen dat de akte definitief moet worden ingeschreven in de openbare registers.