Woningcorporaties wijzen gemeenten op hun medeverantwoordelijkheid voor de huisvesting van minder draagkrachtigen. Daaruit zou voortvloeien dat gemeenten ook een medeverantwoordelijkheid hebben voor de boedels die bij woningontruimingen (als gevolg van overlast of huurachterstanden) vrijkomen. Een aantal woningcorporaties stellen gemeenten voor om een overeenkomst te sluiten waarin bijvoorbeeld onderstaande tekst wordt opgenomen: " De Woningcorporatie begaat voortaan bewust overtredingen van het bepaalde in artikel 2.1.5.1. van de APV, waarna burgemeester en wethouders hun tevoren aangekondigde bestuursdwangbevoegdheid uitoefenen. De gemeente brengt de hiermee samenhangende kosten van manuren en eventueel materieel in rekening bij de Woningcorporatie" De uitspraken van de Raad van State geven aan dat corporaties de verantwoordelijkheid dragen voor de inboedel van huizen die zij ontruimen. Als een corporatie haar verantwoordelijkheid niet neemt, is de gemeente bevoegd handhavingsinstrumenten als bestuursdwang en dwangsom in te zetten tegen de corporatie. Handhaving moet echter niet als een normaal of alledaags instrument worden gezien. Het is een stok achter de deur om burgers en rechtspersonen te dwingen de wettelijke regels na te leven. In een overleg tussen Aedes en de VNG op 8 april 2003 stelde Aedes voor, overeenkomsten te sluiten tussen woningcorporaties en gemeenten, waarbij gemeenten zich zouden verplichten om bestuursdwang toe te passen bij het op straat zetten van inboedels. De corporaties zouden liever de kosten van bestuursdwang willen betalen dan zelf voor afvoer en opslag te zorgen. De VNG heeft dit toen van de hand gewezen omdat dergelijke overeenkomsten nietig zijn op grond van artikel 40, boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. Wij adviseren u dan ook niet mee te werken aan dergelijke overeenkomsten. Overigens zijn wij van mening dat de woningcorporaties de zaakwaarneming van inboedels overeenkomstig de regels van bestuursdwang kunnen uitvoeren.