De gemeenschappelijke regeling (GR) geeft aan welke bevoegdheden zijn overgedragen aan het openbaar lichaam (OL)/bedrijfsvoeringsorganisatie (BO) en voor welke belastingen het OL/de BO bevoegd is.

Als een bevoegdheid is overgedragen, kan de gemeente de bevoegdheid niet meer uitoefenen. Het OL/de BO is bevoegd. De gemeente kan haar wensen natuurlijk wel kenbaar maken aan het OL/de BO en daarmee nadere afspraken maken. De gemeente kan weer bevoegd worden door de delegatie in te trekken. Daarvoor moet de GR gewijzigd worden.

Als de bevoegdheid is opgedragen aan het OL/de BO (mandaat/machtiging), dan blijft de gemeente ook zelf nog bevoegd.

In het algemeen geldt bij belastingsamenwerkingen dat de gemeente de bevoegdheid om belastingverordeningen vast te stellen niet overdraagt aan het OL (bij een BO kan dat niet eens, omdat dit een uitvoeringsorganisatie is). Dus als de gemeenteraad niet de GR is aangegaan, is de bevoegdheid tot vaststelling van belastingverordeningen (= invoeren, wijzigen of afschaffen van een belasting) in ieder geval niet overgedragen. Is de gemeenteraad de GR wel aangegaan, dan moet de gemeente weer in de GR zelf kijken welke bevoegdheden zijn overgedragen.

Als de gemeente wil dat bepaalde aanslagen voorlopig niet worden opgelegd, moet zij overleggen met het OL/de BO, omdat daarmee wordt afgeweken van afspraken die in de GR zijn vastgelegd. Dit heeft namelijk gevolgen voor de begroting van de OL/het BO en afdracht vanuit het OL/de BO aan de gemeente.

Als de gemeente bepaalde aanslagen wil terugbetalen, moet zij overleggen met het OL/de BO. Het terugbetalen moet een juridische grondslag hebben (denk aan de rechtmatigheidscontrole), bijvoorbeeld het toepassen van de hardheidsclausule. Door het hardheidsclausulebesluit vermindert de heffingsambtenaar de aanslag bij beschikking en betaalt de invorderingsambtenaar de betaalde belasting terug. Het geeft de OL/het BO dus meer werk.

Als de gemeente een invorderingstraject wil stopzetten, moet zij overleggen met het OL/de BO. De daartoe bij het OL/de BO aangewezen invorderingsambtenaar is bevoegd om uitstel van betaling te verlenen of een betalingsregeling te treffen. Als met stopzetten oninbaar lijden wordt bedoeld, zoals  in artikel 255, vijfde lid, Gemeentewet, moet de gemeente in de GR kijken of het college deze bevoegdheid aan het (dagelijks) bestuur van het OL/de BO heeft overgedragen. Oninbaar lijden is een interne, administratieve handeling. De belastingschuld gaat niet teniet.