De bepaling over verplicht sneeuwruimen komt in elk geval sinds de editie van 1986 niet (meer) voor in de model-APV. In de toelichting uit 1986 wordt verwezen naar een artikel van Verplanke in zijn artikel in De Nederlandse Gemeente van 1 maart 1985. Vermoedelijk is dat de aanleiding geweest. Verplanke wijst op de moeilijke handhaafbaarheid en op mogelijke strijd met artikel 4 van het EVRM en met de in 1930 in Geneve door de International Labour Organisation vastgestelde conventie betreffende de gedwongen of verplichte arbeid.

Voor de VNG speelt de handhaafbaarheid een grote rol. Het opnemen van bepalingen die niet of nauwelijks te handhaven zijn levert strijd op met de beginselplicht tot handhaving. Bij een plicht tot sneeuwruimen gaat het dan bv om mensen die door ziekte, vakantie of afwezigheid vanwege hun werk niet in staat zijn onmiddellijk sneeuw op te ruimen. In dat verband speelde de uitspraak van de Rb. Amsterdam d.d. 20-01-1993, VR 1994, 158, een rol. Daarin werd uitgesproken dat er niet van bewoners kan worden gevergd dat zij bij sneeuwval hun trottoir voortdurend sneeuwvrij houden.