In artikel 13 lid 1 onder o van de Gemeentewet was al geregeld dat een raadslid, als ambtenaar van een gemeenschappelijke regeling, geen ondergeschiktheidsrelatie mag hebben met het gemeentebestuur van de gemeente waar hij raadslid is. Dit liet ruimte aan een raadslid om te werken bij een gemeenschappelijke regeling zolang hij geen werkzaamheden verrichtte onder de directe verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur van de gemeente waar hij raadslid is.

Sinds 1 januari 2023 is hier echter aan toegevoegd dat een raadslid, als ambtenaar van een gemeenschappelijke regeling, ook geen werkzaamheden meer mag verrichten ten behoeve van de gemeente waar hij raadslid is. Daarmee is tegelijkertijd vastgelegd dat een raadslid werkzaam kan zijn bij een samenwerkingsverband voor zover hij geen werkzaamheden verricht voor de gemeente waar hij raadslid is. Dit is afhankelijk van de feitelijke werkzaamheden van betrokkene bij de gemeenschappelijke regeling. De gemeenschappelijke regeling als werkgever en betrokkene als werknemer kunnen afspraken maken om de werkzaamheden af te bakenen.