Het is toegestaan voor een raadslid om beroep aan te tekenen tegen een besluit van de raad. In artikel 15 Gemeentewet is een aantal handelingen opgenomen, dat door een lid van de raad niet mag worden verricht. Deze handelingen zijn met het oog op de rechtszekerheid zo duidelijk mogelijk omschreven. Bovendien is de lijst limitatief. Hier staat niet dat een raadslid geen beroep mag aantekenen tegen een besluit van de raad, ook al is het raadslid belanghebbende.

Het raadslid mocht zelf bepalen of het aan de beraadslaging en stemming over het besluit deelnam. 

Een raadslid stemt altijd zonder last (artikel 27 Gemeentewet) en is in principe ook gehouden om zijn of haar stemrecht in de raadsvergadering uit te oefenen, tenzij dat op grond van artikel 28 Gemeentewet onverstandig zou zijn. Stemmen is een fundamenteel recht van een gekozen volksvertegenwoordiger.

Als een raadslid zich niet van stemming hoeft te onthouden, is het volgens de VNG zelfs een plicht. Dat staat niet met zoveel woorden in de wet, maar het vloeit wel voort uit het mandaat dat een raadslid van de kiezer heeft gekregen. Het is een raadslid dus niet op voorhand verboden om mee te beraadslagen en te stemmen. Het raadslid maakt daarbij zelf de afweging of het meedoen aan een beraadslaging of stemming in conflict komt met de eigen integriteit.