Uitgebreide vraag: Kan er een dwangsom verbeuren bij een omgevingsvergunning van rechtswege? Een vergunning van rechtswege houdt in dat de aanvrager bij niet tijdig beslissen een vergunning krijgt conform zijn aanvraag. Dan heeft hij als sanctie op het feit dat het bestuur niet tijdig beslist toch al de vergunning en is de dwangsom toch niet meer van toepassing?

De lex silencio positivo (LSP) en de Wet Dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen zijn twee naast elkaar staande instrumenten om een tijdige dienstverlening te realiseren. Treedt bij een stelsel de LSP in werking, dan is er een besluit en dan is er automatisch geen ruimte meer voor de Wet Dwangsom en beroep.

De algemene regeling staat in de Awb: Conform art. 4:20d Awb geldt dat de wet dwangsom wel van toepassing is op het eventueel niet tijdig bekend maken van de verlening van de beschikking van rechtswege door het bestuursorgaan. De aanvrager kan, wanneer dit niet binnen twee weken gebeurt, het bestuursorgaan in gebreke stellen. Gaat het bestuurorgaan binnen twee weken dan nog steeds niet over tot bekendmaking, dan verbeurt het een dwangsom per dag dat het in gebreke is. Tevens kan de aanvrager direct in beroep gaan in dit geval, en hoeft dus niet eerst bezwaar aan te tekenen.

De Wabo vormt echter een uitzondering op de Awb voor wat betreft de termijn van twee weken.

Artikel 3.9, vierde lid Wabo bepaalt dat de bekendmaking als bedoeld in art. 4:20c Awb geschiedt op de wijze als bedoeld in art. 3.8 Wabo op gelijke wijze als de bekendmaking van de aanvraag van een omgevingsvergunning. In art. 3.8 Wabo staat: het bevoegd gezag geeft .. onverwijld kennis van enz.

Er wordt geen concrete termijn genoemd. En wat onverwijld (bij eerste gelegenheid) inhoudt hangt af van de frequentie van verschijnen van het plaatselijke krantje. Dit kan eens per veertien dagen zijn en met inachtneming van het tijdig aanleveren van de advertentietekst kan dit betekenen dat een ruimte van meer dan twee weken ontstaat tussen de van rechtswege ontstane omgevingsvergunning en de bekendmaking.

Met deze voor de burger weinig herkenbare termijn zal het lastig zijn op tijd een ingebrekestelling te doen op grond van de Wet Dwangsom en beroep.