Uit de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming blijkt dat een digitale raadsvergadering pas kan worden geopend indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden in een digitale omgeving deelneemt aan die vergadering. Een fysieke vergadering kan pas worden geopend indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is. Deze voorwaarde dwingt dus tot een keuze tussen digitaal of fysiek vergaderen.

Om deel te nemen aan een digitale vergadering is afzonderlijke toegang tot die vergadering een vereiste. Dit staat in artikel 2.3, tweede lid van de tijdelijke wet. Een gezamenlijke toegang is daardoor niet toegestaan. Een belangrijke overweging daarbij is dat alle leden op dezelfde manier toegang moeten hebben tot de vergadering omdat verschillen daarin kunnen doorwerken in de dynamiek van een beraadslaging en dit speelveld gelijk hoort te zijn.

De burgemeester wijst als voorzitter van de gemeenteraad de plaats van de vergadering aan. De voorzitter kan een digitale omgeving als plaats voor de vergadering aanwijzen. Het is aan te bevelen om hierover eerst overleg te voeren met bijvoorbeeld de fractievoorzitters of het presidium.