Gemeenten kunnen op basis van artikel 2.20 BARIM voor geluid maatwerkvoorschriften vaststellen. Indien in de APV artikel 4:5 is overgenomen uit de model APV, dan kan de gemeente ook iets zeggen over onversterkte muziek. Er staat in artikel 2.18 BARIM bij het bepalen van de geluidsniveaus buiten beschouwing blijft (en dan alle artikelen), tenzij er in de gemeentelijke verordening hiervoor regels zijn gesteld. Zie ook de toelichting bij de model APV.

Hierdoor kan echter de situatie ontstaan dat op basis van een maatwerkvoorschrift de norm van 45 dB(A) wordt vastgesteld voor versterkte muziek, maar dat op basis van het meer algemene APV artikel een keuze is gemaakt voor 40 dB(A) voor onversterkte muziek. In het APV artikel wordt namelijk een algemene norm voor onversterkte muziek voor meerdere inrichtingen vastgesteld. Dit kan verwarrend zijn voor bedrijven die meer of minder geluid mogen produceren bij versterkte (maatwerkvoorschriften) dan bij onversterkte muziek (APV). Hier moet de gemeente wel aandacht voor hebben.

Dus de gemeente kan bedrijven op basis van het APV artikel voor onversterkte muziek zeker eisen meegeven, maar die legt de gemeente centraal vast in de APV, en daar mag, zoals bij maatwerk geen individuele afweging in gemaakt worden.