De APV ziet inderdaad niet op particulier terrein, maar wellicht kunnen hier welstandsaspecten een rol spelen. Ook kan het zijn dat de betreffende reclame uiting als een bouwwerk valt aan te merken waarop de Wabo van toepassing is.

Wellicht is het een goed idee om uw vraag voor te leggen aan het ROMnetwerk. Dit is een door de VNG opgezet besloten digitaal netwerk waar inmiddels al meer dan 300 personen kennis en ervaring uitwisselen op het gebied van ruimte milieu en mobiliteit. Het netwerk is primair bestemd voor medewerkers van gemeenten en medewerkers van gemeentelijke organisaties( zoals omgevingsdiensten. Informatie over dit netwerk treft u aan via www. romnetwerk.nl

Hiernaast bevat artikel 4:15 van de model APV een verbodsbepaling specifiek over hinderlijke of gevaarlijke reclame:

Artikel 4:15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame

  1. Het is verboden op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren door middel van een opschrift, aankondiging of afbeelding waardoor het verkeer in gevaar wordt gebracht of ernstige hinder ontstaat voor de omgeving.
  2. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Activiteitenbesluit Milieubeheer milieubeheer.

Artikel 4:15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame

Vanwege de vereenvoudiging van vergunningen en de vermindering van administratieve lasten is in 2007 het oude artikel 4.4.2 ingrijpend herzien. Dat houdt in dat de reclamevergunning geheel is verdwenen en vervangen door een algemene regel die verbiedt om door middel van een reclame het verkeer in gevaar te brengen of hinder dan wel overlast te veroorzaken voor omwonenden.

De gedachte daarachter is dat voor een reclame van enige omvang of betekenis doorgaans een bouwvergunning nodig is, waardoor al aan de welstand kan worden getoetst. Een reclame waardoor het verkeer in gevaar wordt gebracht of overlast wordt veroorzaakt voor omwonenden komt relatief zo weinig voor dat het moeilijk valt te rechtvaardigen om voor die gevallen een vergunningplicht voor alle reclames in stand te houden.

Gemeenten waar de ervaring is dat reclame niet of nauwelijks problemen oplevert en via de bouwvergunningen afdoende kan worden geregeld, kunnen het daarbij laten.

Artikel 4:15 is niet in strijd met artikel 7 van de Grondwet. In artikel 7, vierde lid, van de Grondwet wordt de handelsreclame met zo veel woorden van de vrijheid van drukpers uitgezonderd.

Wabo

Op een vergunnings- en ontheffingsstelsel voor handelsreclame aan gebouwen is de Wabo van toepassing. Omdat een zodanig stelsel in de model-APV geschrapt is, is daarvoor geen regeling opgenomen.

Afleidende objecten langs snelwegen

Rijkswaterstaat heeft op 21 oktober 2011 het 'Beleidskader 'Beoordeling van Objecten langs Auto(snel)wegenafleidende objecten langs snelwegen' vastgesteld. De hoofdlijn voor objecten (waaronder reclame) is nu:

  • bewegende objecten of beelden zijn niet toegestaan
  • de objecten of beelden mogen niet verblinden (moeten voldoen aan richtlijn lichthinder)
  • de objecten of beelden moeten op voldoende afstand van de rijbaan zijn geplaatst.

De APV kan op dit soort objecten van toepassing zijn, namelijk als de grond langs de snelweg valt binnen het begrip 'weg' of binnen de definitie van 'openbare plaats' als genoemd in artikel 1:1 van deze modelverordening. In dat geval zal het rijksbeleidskader handvaten kunnen bieden om te bepalen of het object het verkeer in gevaar brengt.