De behoefte van het kind staat voorop. Het (nog) niet hebben van een verblijfsvergunning staat het leveren van de hulp niet in de weg. De zorgprofessional maakt de afweging wat verantwoorde en passende hulpverlening is. De context van de asielprocedure en -opvang dienen hierin meegenomen te worden. Bijvoorbeeld: de urgentie/ernst van de hulpvraag en de duur van het verblijf kunnen van invloed zijn op het hulpaanbod. Ga hierover in gesprek met de partners op de COA locatie.