Gemeenten moeten op dit moment alles op alles zetten om hun dienstverlening op orde te houden richting burgers, dat vereist flexibiliteit van zowel de werkgever als van medewerkers. In de meeste gevallen beschikken medewerkers over middelen om thuis hun werk te kunnen doen.

Indien er medewerkers zijn die niet over een thuiswerkplek beschikken, is het aan gemeenten zelf om de afweging te maken om dit te faciliteren als de gemeentelijke dienstverlening daarbij gebaat is of als dit zelfs essentieel is. In het geval een medewerker thuis zit en niet kan werken wegens gebrek aan een thuiswerkfaciliteit, kan een werkgever bij buitengewone omstandigheden een medewerker verplichten om tijdelijk andere werkzaamheden te verrichten, als die werkzaamheden bijdragen aan de taken van de werkgever in die buitengewone omstandigheden. Dit staat in artikel 11.6 cao gemeenten en cao sgo.

Uiteraard moeten de medewerkers wel toegerust zijn op hun tijdelijke taak en moet de werkgever rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van de medewerker. De coronapandemie en de overheidsmaatregelen vormen een buitengewone omstandigheid. De taken die de werkgever in de buitengewone omstandigheden heeft, kunnen liggen in het bestrijden van de crisis, de gevolgen van de crisis of in de continuïteit van essentiële taken.