De Bijstandsbode publiceert elke maand interessante uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) op het gebied van bijstand en aanverwante wet- en regelgeving. Dit zijn de uitspraken van februari 2018.

Caravan + caravan = 1 woning?

Een alleenstaande man woont samen met zijn dochter, schoonzoon en kleinkind in een stacaravan op een woonwagenkamp. In mei 2015 gaat hun huis op wielen door brand verloren. De familie neemt, in afwachting van een nieuwe woonwagen, tijdelijk haar intrek in 2 kleine toercaravans op het terrein. De grootvader ontvangt dan al jaren een bijstandsuitkering. De vraag is of op hem per 1 juli 2015 de kostendelersnorm van toepassing is nu de familie zich heeft gesplitst over twee afzonderlijke caravans? De CRvB (Raad) concludeert dat ze alle drie nog steeds hun hoofdverblijf hebben op1 adres en merkt de toercaravans niet als 2 zelfstandige woningen aan. De kostendelersnorm is nog van toepassing.

Brutering vordering

Het college heeft de bijstandsuitkering teruggevorderd wegens schending van de inlichtingenplicht. Belanghebbenden voeren een gezamenlijke huishouding. De terugvordering is gebruteerd. De CRvB oordeelt hier dat het college in redelijkheid heeft kunnen besluiten de terugvordering te bruteren.

Criminele broer

Het college heeft de bijstandsuitkering ingetrokken wegens schending van de inlichtingenplicht waardoor het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. Volgens de CRvB (Raad) voeren de 2 broers voor de bijstand dus een gezamenlijke huishouding. Dat de ene broer persoonlijk niet betrokken was bij de criminele activiteiten van de andere broer en daarvan ook geen weet had, kan hem dus niet baten. Het niet melden van het bezit van grote sommen geld is een schending van de inlichtingenplicht. Het college heeft de uitkering terecht ingetrokken.

Kinderbijslag voor meerderjarigen

Het college heeft de bijstandsuitkering herzien en gedeeltelijk teruggevorderd. In geding is of de Belgische kinderbijslag die belanghebbende voor haar 2 kinderen vanaf hun 18^e levensjaar op haar bankrekening heeft ontvangen, is aan te merken als een middel in de zin van artikel 31 Participatiewet. Naar het oordeel van de CRvB (Raad) is de Belgische kinderbijslag niet aan te merken als kinderbijslag in de zin van de Algemene Kinderbijslagwet. De Raad concludeert dat de bijstand over de maanden vanaf de 18^e verjaardag van de kinderen ten onrechte is herzien en teruggevorderd.

Commerciële huurprijs

Het college heeft de kostendelersnorm van toepassing verklaard, omdat de kamerhuurder van belanghebbende geen commerciële huurprijs betaalt. De CRvB (Raad) overweegt dat belanghebbende zich bij het bepalen van de huurprijs heeft gebaseerd op de resultaten van de huurprijscheck en dat hij de huur heeft bepaald op het bedrag dat volgens die huurprijscheck het maximaal redelijke is. Het college heeft de kostendelersnorm ten onrechte van toepassing verklaard.

Boete betaald middels beslag

Het college heeft de bijstandsuitkering ingetrokken en teruggevorderd wegens schending van de inlichtingenplicht waardoor het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. Er is ook een bestuurlijke boete opgelegd. Naar het oordeel van de CRvB (Raad) is deze boete terecht opgelegd en vastgesteld op 50% van het benadelingsbedrag en dat noemt de Raad evenredig.

Tijdelijk verblijf

Het college heeft de kostendelersnorm van toepassing verklaard en de teveel betaalde bijstand teruggevorderd. Op het uitkeringsadres zou sprake zijn van een meerpersoonshuishouden. In geding is of in dit geval sprake is van tijdelijk verblijf. De CRvB (Raad) stelt vast dat er sprake was van een hoofdverblijf op het uitkeringsadres van ruim 6 maanden en daarom kan niet worden gesproken van tijdelijk verblijf. De omstandigheid dat het gaat om verblijf op grond van een (verlengd) toeristenvisum en dat het verblijf verband hield met een ziekenhuisopname, verandert het oordeel niet.

Hoofdelijke aansprakelijkheid

Het college heeft een verleend Bbz-bedrijfskrediet teruggevorderd van de inmiddels ex-echtgenote van de failliete ondernemer. De CRvB (Raad) overweegt dat een Bbz-bedrijfskrediet wordt teruggevorderd indien de bijbehorende verplichtingen niet worden nagekomen. Als echtgenote van de ondernemer ten tijde van de toekenning van het bedrijfskrediet, is belanghebbende hoofdelijk aansprakelijk voor de terugbetaling daarvan. De Wet op het Consumentenkrediet is niet van toepassing, omdat de overeenkomst tot geldlening is aangegaan in het kader van de bedrijfsactiviteiten van de echtgenoot.

Lees de uitgebreidere samenvattingen van de genoemde cases in de Bijstandsbode van februari 2018.