Datum

Organisatie

Centrale Raad van Beroep

Soort

Wet- en regelgeving

Appellante heeft niet aannemelijk gemaakt dat de uitzonderingssituatie van artikel 22a, vierde lid, aanhef en onder c, van de PW van toepassing is. Appellante woont met haar meerderjarige zoon in dezelfde woning. Zij huurt de woongedeelte van het bedrijfspand van de BV. Met toepassing van de kostendelersnorm is de bijstand verlaagd tot 50% van de gehuwdennorm.

Appellante stelt dat er een uitzondering op de toepassing van de kostendelersnorm van toepassing is omdat zij en haar zoon afzonderlijk een commerciële huurovereenkomst hebben afgesloten met de BV. De vraag is of de uitzondering van artikel 22a, lid 4 onder c, PW van toepassing is.

De zoon van appellante zou niet meegerekend worden voor toepassing van de kostendelersnorm indien hij als huurder van de woning waarin ook zijn moeder hoofdverblijf heeft, een schriftelijke overeenkomst met een commerciële prijs is overeengekomen met dezelfde derde met wie de moeder een overeenkomst heeft. Appellante heeft met de ingebrachte stukken niet aannemelijk gemaakt dat haar zoon een commerciële huurrelatie had met de BV waarvan zijn vader directeur was.