Door de coronacrisis wordt er momenteel veel gevraagd van professionals in het sociaal domein. VWS en VNG hebben overeenstemming bereikt over onderstaande uitgangspunten voor financiering van aanbieders van zorg en ondersteuning in het kader van de Jeugdwet en de Wmo. Deze afspraken gelden in elk geval tot 1 juni.

  • De verlening van zorg en ondersteuning leidt soms tot meerkosten als gevolg van de coronacrisis, in het bijzonder door het volgen van de richtlijnen van het RIVM. De meerkosten die direct voortkomen uit het volgen van deze maatregelen zullen vergoed worden. Het is van belang deze meerkosten op een eenvoudige manier in beeld te brengen. Het Rijk zal gemeenten compenseren voor de meerkosten die zij aan hun aanbieders betalen t.b.v. de extra maatregelen vanwege corona.
  • Professionals zullen de komende tijd door de coronacrisis op een andere manier zorg verlenen of op een andere plek werkzaam zijn omdat dat nodig is. Dit vraagt om ruimte en soepelheid in de verantwoording. Het Rijk is bereid dit te ondersteunen, waar dat nodig en mogelijk is.
  • Door vraaguitval of verminderde inzetbaarheid van personeel (door verhoogd ziekteverzuim) zal de omvang van zorg en ondersteuning tijdelijk feitelijk afwijken van de normale situatie. Het is nu van belang dat de financiering van de omzet onverminderd plaatsvindt, zoals die contractueel overeengekomen was dan wel een zo goed mogelijke inschatting daarvan. Met als doel acute liquiditeitsproblemen te voorkomen en de gevolgen van de corona-crisis voor de financiële positie in 2020 van deze zorgaanbieders te neutraliseren. Overigens kunnen aanbieders van cruciale jeugdzorg die in liquiditeitsproblemen komen, ook gebruik maken van de subsidieregeling ‘continuïteit cruciale jeugdzorg’ en zich melden bij de Jeugdautoriteit. Van zorgaanbieders wordt verwacht dat zij zich inspannen om de professionele inzet zo goed mogelijk te benutten (binnen hun organisatie dan wel op andere plaatsen waar de acute behoeften bestaat), en daarmee de eventuele omzetdaling te beperken. Gemeenten kunnen dat bevorderen door daarover actief in gesprek te gaan met de aanbieders. Voor de zomer gaan Rijk en gemeenten in gesprek over de compensatiemogelijkheden van de effecten die optreden na afloop van de coronacrisis. Dan gaat het om de per saldo extra uitgaven over het geheel van 2020 voor zover die gerelateerd kunnen worden aan een evident uitstel van noodzakelijke zorg. Hierbij wordt ook rekening gehouden met wat onder de gebruikelijke omzet kan worden gerealiseerd.

Voor welke onderdelen gelden deze afspraken?

Deze afspraken gelden voor aanbieders van diensten in het kader van de Jeugdwet en de Wmo, die een contract hadden op het moment dat landelijke maatregelen zijn gaan gelden in het kader van de bestrijding van corona (vanaf 12 maart)

De afspraken lopen tot 1 juni, waarom?

Voor deze deadline wordt nu breed gekozen in het kader van verschillende landelijk geldende maatregelen. Afhankelijk van het verloop van de coronacrisis zullen we afspraken herzien.