Het is verstandig dat een volksvertegenwoordiger in de discussie aangeeft dat een mogelijk persoonlijk belang aan de orde is. Dan kan hij of zij besluiten niet deel te nemen aan het debat en aan de stemming over het onderwerp. Binnen de fractie, met de fractievoorzitter en/of de voorzitter van het bestuursorgaan kan dit vooraf worden afgestemd. Door daar open over te zijn, kan worden voorkomen dat een besluit wordt vernietigd of dat de verhoudingen in de raad vertroebeld raken. Wat de gemeenteraad als geheel kan doen ligt vooral in de preventieve sfeer; in zijn algemeenheid, maar vooral ook in een concrete situatie. Dat betekent dat op het moment dat het op stemming aankomt, de gemeenteraad of de voorzitter van de raad ervoor waarschuwt dat het te nemen besluit aanvechtbaar zou kunnen zijn. De gemeenteraad dient er als collectief voor te waken dat raadsleden die een persoonlijk belang hebben, de besluitvorming beïnvloeden. Maar uiteindelijk blijft het individuele raadslid degene die beslist tot deelname aan de stemming: een raadslid stemt immers op grond van artikel 27 Gemeentewet zonder last.