Ja, uitgaande van het betreffende juridische kader kan dat het geval zijn. Voor de indiening van een initiatiefvoorstel door een raadslid zijn van belang artikel 147a Gemeentewet en de uitwerking daarvan in het Reglement van orde van de raad. Per 1 februari 2016 werd aan artikel 147a van de Gemeentewet een vierde lid toegevoegd  dat luidt: De raad neemt geen besluit over een voorstel dan nadat het college in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van de raad te brengen. Bedoeling van de wetgever is dat met deze wijziging de betrokkenheid van het college bij initiatief-voorstellen van de raad verzekerd wordt door te bepalen dat de raad het ontwerp aan het college moet voorleggen alvorens een besluit te nemen. Dat impliceert dat de raad weliswaar kan debatteren over de inhoud van een voorstel, maar dat er geen besluit over kan worden genomen voordat het college daarover is geconsulteerd. Het is in de praktijk sinds begin 2016 derhalve handig om het initiatiefvoorstel eerst aan het college voor te leggen voordat het in de raad besproken wordt. De achtergrond hiervan is gelegen in democratische legitimatie. Ook het college moet de gelegenheid hebben gehad om betreffende stukken te lezen, zich een mening te vormen, kortom een standpunt voor te bereiden om deel te kunnen nemen aan de besluitvorming. In artikel 147a van de Gemeentewet is alleen een raamregeling met betrekking tot initiatiefvoorstellen neergelegd. De raad is vervolgens verplicht om nadere regels te stellen met betrekking tot indiening en behandeling van initiatiefwetsvoorstellen in het Reglement van orde voor de raad. De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld (artikel 8, lid 4 van het VNG Model Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad 2018). Deze bepaling heeft tot doel om de raad een actievere rol te geven in de opstelling van de raadsagenda. Enerzijds kunnen individuele raadsleden via hun fractievoorzitter in het presidium onderwerpen voor de agenda voordragen. Anderzijds kunnen zij echter ook bij aanvang van de raadsvergadering een voorstel doen om onderwerpen aan de agenda toe te voegen of van de agenda af te voeren. Daarmee kan het individuele raadslid in ieder geval op twee momenten invloed uitoefenen op de vaststelling van de agenda.