De gemeente hoeft de vergunning niet in te trekken. In de Leegstandwet staat dat als de gevraagde huurprijs hoger is dan de in de vergunning vermelde maximale huurprijs, van rechtswege de in de vergunning vermelde huurprijs geldt. De in de vergunning vermelde huurprijs treedt in de plaats van de overeengekomen huurprijs (met terugwerkende kracht tot de ingangsdatum) (artikel 16 lid 10 Leegstandwet). Met andere woorden: in het huurcontract is dan de overeengekomen huurprijs feitelijk vervangen door de in de vergunning vermelde huurprijs. Omdat de huurprijs van rechtswege wijzigt in de huurprijs die in de vergunning staat, hoeft de gemeente daarvoor geen actie te ondernemen. De gemeente kan de verhuurder wijzen op het feit dat de in de vergunning vermelde huurprijs geldt en niet de in het huurcontract vermelde huurprijs en dat de verhuurder dus geen hoger bedrag dan de in de vergunning vermelde huurprijs mag vragen. Als het goed is staat dat ook in de vergunning.