• Afdeling 3 van de Woningwet regelt het welstandstoezicht.  De gemeenteraad legt de redelijke eisen van welstand vast in een welstandsnota. Bouwwerken in de gemeente dienen aan de welstandscriteria uit die nota te voldoen. Dit wordt getoetst bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk . De welstandsnota is ook de basis voor de beoordeling of  bestaande of vergunningvrije bouwwerken in de gemeente al dan niet in ernstige mate in strijd zijn met de welstandseisen uit die nota (artikel 12 en 12a Woningwet).
  • De gemeenteraad kan  gebieden of categorieën van bouwwerken in haar gemeente aanwijzen waar de redelijke eisen van welstand niet gelden (artikel 12 Woningwet). Ook kan de hele gemeente welstandsvrij worden verklaard. De raad kan op deze manier bereiken, dat alleen nog welstandseisen gelden in bepaalde beeldbepalende gebieden in de gemeente waarvoor zij dat nodig acht, zoals bijvoorbeeld de oude kern of een stads- en dorpsgezicht.
  • De welstandscommissie of de stadsbouwmeester zijn respectievelijk een door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke commissie of een door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke deskundige die aan het college advies kan uitbrengen over de vraag of het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk, waarvoor een aanvraag omgevingsvergunning is ingediend, in strijd is met de redelijke eisen van welstand (artikel 1.1 en artikel 12b Woningwet).  De bouwverordening regelt de samenstelling, inrichting en werkwijze van de welstandscommissie of de rol en de functie van de stadsbouwmeester (artikel 8 Woningwet).
  • Het college kan ook besluiten om bij een aanvraag omgevingsvergunning geen advies in te winnen bij de welstandscommissie of de stadsbouwmeester, maar zelf te toetsen of bepaalde ‘bouwaanvragen’ voldoen aan de welstandscriteria (artikel 6.2 Besluit omgevingsrecht) . 

Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp verwijzen wij naar naar de websites van de Vereniging van Bouw- en Woningtoezicht Nederland  en de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit. Zie met name de Handreiking Kan-bepaling van de VBWT.