De subsidieontvanger is verplicht de gemeente tijdig (zonder nodeloos tijdsverloop) te waarschuwen als het aannemelijk is dat de gesubsidieerde activiteit niet, niet tijdig, niet geheel of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen zal worden verricht (meldingsplicht, artikel 11 model ASV). Als de subsidieontvanger niet voldoet aan deze meldingsplicht kan de gemeente met toepassing van artikel 4:48 Awb de subsidieverlening wijzigen. In dat geval zal de subsidie uiteindelijk lager of op nul kunnen worden vastgesteld. Ook kunnen nadere afspraken worden gemaakt over het aanpassen van de verplichtingen (bijvoorbeeld het geven van meer tijd voor de uitvoering van de activiteiten).

Terugvordering van de subsidie, inclusief wettelijke rente van het hele subsidiebedrag, kan proportioneel worden geacht als de ontvanger misbruik heeft gemaakt van het gegeven vertrouwen dat ten grondslag ligt aan de subsidieverordening. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat de meldingsplicht van artikel 11 Model ASV niet geldt na vaststelling van de subsidie of voor zover er (op verzoek van de belanghebbende) door de subsidieverlener een ontheffing is verleend van de verplichting om een prestatie overeenkomstig de subsidietoekenning uit te voeren. Bij de vaststelling van een subsidie wordt bekeken of de subsidieontvanger aan alle verplichtingen heeft voldaan: de activiteiten verrichten inclusief andere verplichtingen, zoals eventuele relevante omstandigheden melden. Is de subsidie eenmaal vastgesteld, dan geldt de meldingsplicht niet meer. Dan is immers komen vast te staan dat de verplichtingen zijn vervuld. Dat neemt niet weg dat als na de vaststelling zou blijken dat er iets gemeld had moeten worden (vóór de vaststelling dus) en dat dat ten onrechte niet is gebeurd, de vaststelling kan worden ingetrokken o.g.v. 4:49 Awb.