De Universiteit Utrecht heeft onderzoek gedaan naar de Europeanisering van Nederlandse gemeenten en provincies. Het rapport laat zien dat anno 2023 veel gemeenten en provincies een bewuste keuze hebben gemaakt om actiever in te spelen op de beperkingen en mogelijkheden van Europese samenwerking.

Van ad hoc naar vanzelfsprekend, hoe Nederlandse gemeenten en provincies inspelen op Europese integratie (pdf, 6265 kB)

Veel verschillen tussen gemeenten in mate van Europeanisering

Er is veel verschil in de mate van Europeanisering bij Nederlandse gemeenten. Een sterke verbondenheid van de EU in bestuur en beleid vraagt capaciteit van gemeenten, en met name kleinere gemeenten kampen met beperkte capaciteit en reageren nog ad hoc op Europese ontwikkelingen. Wet- en regelgeving van de Europese Unie (EU) wordt voor een langere periode vastgesteld en is niet gemakkelijk aan te passen. In het onderzoek wordt dan ook de aanbeveling gedaan om met een heldere Europastrategie te werken en de samenwerking met medeoverheden en koepels op te zoeken.  

Capaciteit en grenslocatie zijn belangrijke factoren

Het rapport laat zien dat capaciteit en grenslocatie de belangrijkste verklarende factoren zijn. Capaciteit herbergt daarbij vele aspecten (budget, personeel, strategisch vermogen, leervermogen, uithoudingsvermogen en vaardigheden om op het Europese toneel actief te zijn). De grenslocatie gaat vooral samen met Europeanisering gericht op de grensregio en minder op Brussel.

Samenwerking binnen Nederland en in Europese netwerken is van belang

Om op de hoogte blijven van wat er allemaal speelt in Europa en om gewicht in de schaal te leggen is samenwerking op Europees gebied belangrijk. Zowel deelname aan Europese netwerken als positionering in de Europese markt vragen van provincies en gemeenten een goede strategische basis om keuzes te maken in netwerken en om zich als aantrekkelijke regio te profileren. Het opbouwen van Europese contacten en het verwerven van positie in Europese netwerken kost tijd en is vaak afhankelijk van individuele, persoonlijke contacten. 

Daarnaast vergen Europese activiteiten vaak extra inspanningen (zoals taal en culturele sensitiviteit), waardoor bij gebrek aan gevoelde urgentie, inspelen op Europa geen prioriteit krijgt. Een bijkomende uitdaging is dat problemen bij de gemeentelijke uitvoering van Europese wetgeving niet altijd goed doorkomen in Den Haag en Brussel terwijl er veel Europese wetgeving op gemeenten afkomt. Minder dan de helft van de gemeenten acht zich goed in staat om Europese wetgeving uit te voeren. Als gemeenten Europese wetgeving niet naleven kan dat nadelige gevolgen hebben voor gemeenten. 

Aanleiding: er was geen beeld van hoe decentrale overheden omgingen met de EU

Het onderzoek is in opdracht van de VNG en het Huis van de Nederlandse Provincies uitgevoerd. Er was namelijk geen beeld van de manier waarop decentrale overheden omgingen met de EU. Met een duidelijk beeld van de behoeften, belangen en problemen van decentrale overheden kunnen we dienstverlening ontwikkelen waarmee decentrale overheden optimaal gebruik kunnen maken van de kansen die Europa biedt. 

Inmiddels zijn de resultaten van het rapport aangeboden aan de minister van Binnenlandse Zaken, Hanke Bruins Slot.

Meer informatie

Meer informatie over het onderzoek