Sinds 2019 is een beweging op gang gekomen van gemeenten en lokale partijen om werk te maken van een gezonde samenleving. In ongeveer 300 gemeenten kwam een preventieakkoord tot stand. In opdracht van het ministerie van VWS en de VNG heeft het RIVM een lerende evaluatie opgestart met 6 preventieakkoorden.

De eerste resultaten zijn opgeleverd in de publicatie 'Lerende evaluatie lokale en regionale preventieakkoorden: ervaringen met de totstandkoming van de akkoorden' (zie onderaan dit bericht). Het RIVM beschrijft hierin de inhoud en de totstandkoming van de preventieakkoorden (van 4 gemeenten en 2 regio's). Daarnaast worden de ervaringen van de initiatiefnemers van de akkoorden beschreven. Gemeenten kunnen op deze manier van elkaar leren bij dit proces.

Belangrijkste conclusies uit de evaluatie

De belangrijkste conclusies uit de evaluatie van het RIVM zijn:

  • In de meeste preventieakkoorden worden eigen lokale thema's opgenomen naast de 3 leefstijlthema's van het Nationaal Preventieakkoord (het terugdringen van roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik). Voorbeelden zijn: mentaal welbevinden, bestrijding van eenzaamheid en bestrijding van armoede en schulden. Aansluiting bij eigen ambities zijn een belangrijke drijfveer achter het tekenen van een akkoord door lokale publieke en private partijen. De gemeente neemt vaak het initiatief en speelt een centrale rol, het ontwikkelen van een passende structuur kost tijd.
  • Zowel lokaal als regionaal werken heeft voordelen.
  • Vaak wordt gestart vanuit een paar kernpartners en worden de successen gedeeld om nieuwe partijen te enthousiasmeren (olievlekwerking). Aanhaken en aangehaakt houden van partijen is nog een uitdaging evenals het samenwerken binnen het akkoord (hoe overstijg je de eigen belangen). Gezamenlijke doelen én bewegingsvrijheid motiveert partijen om samen aan de slag te gaan. Monitoring en evaluatie gebeurt vooral op proces, inhoudelijke effecten worden vooral op de lange termijn pas zichtbaar. Betrokkenheid van wethouders en bestuurders is van belang voor samenwerking, financiering en duurzaamheid. Beperkte middelen en de bestaande wet- en regelgeving zijn een knelpunt. Er is behoefte aan kennisuitwisseling.
  • Een 'one-size-fits-all'-benadering bestaat niet. Maar ondanks de verschillen in opzet en inhoud bevorderen de preventieakkoorden integraal samenwerken omdat deelnemende partijen gestimuleerd worden om samen te werken over de domeinen heen.

Aanbevelingen 

De evaluatie bevat ook enkele aanbevelingen:

  • Neem voldoende tijd voor het opzetten van de structuur: benut bestaande gemeentelijke of regionale structuren en benut en verbind lokale initiatieven met behoud van eigen identiteit. Onafhankelijk (project)leiderschap (zonder eigen inhoudelijk belang) kan voordelen hebben. Leer van en met elkaar.
  • Zorg voor langlopende interventies en structurele financiering bij inzet op preventie: programma's op het gebied van preventie moeten een blijvende verandering teweeg te brengen.
  • Wet- en regelgeving kan meer ondersteunend zijn voor lokale plannen.

Meer informatie