Ledenbrief nummer

DlR/COM/U201700244

Geachte dames en heren,

Op 9 maart hervat u, nadat u er voor het laatst in maart 2018 over hebt gesproken, het debat over het Initiatiefvoorstel-Karabulut Wet Verdringingstoets (34.325). Indertijd heeft u van ons een brief gehad (DIR/COM/U2017002244, van 23 maart 2017, bij gevoegd) waarin de VNG u als standpunt meegaf dat de wet niet aangenomen zou moeten worden. Dat standpunt is niet gewijzigd. Hieronder brengen we de kern van onze bezwaren nog eens onder uw aandacht.

Huidige Participatiewet biedt voldoende handvatten

De VNG is, zoals de indienster, van mening dat verdringing moet worden tegengegaan. Wij vinden echter ook dat het huidig wettelijk instrumentarium in de Participatiewet voldoende handvatten biedt om verdringing aan te pakken, ook de Raad van State is die mening toegedaan. De VNG pleit er voor om de beleidsvorming en het toezicht op verdringing zoveel mogelijk over te laten aan het lokale bestuur, zodat er aansluiting blijft bij het principe van de decentralisatie.

Zorgen over uitvoerbaarheid

Wij hebben zorgen over de uitvoerbaarheid van de Wet Verdringingstoets in de praktijk. Daarbij gaat het om de volgende elementen:

  • De controle op verdringing;
  • De rol van de gemeente bij de re-integratie van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt
  • De gemeentelijke rol bij participatie en vrijwilligerswerk
  • De effecten op Social Return

De afgelopen jaren, maanden zelfs, is nog veel duidelijker geworden hoe belangrijk uitvoeringsaspecten in wetgeving zijn. Het betekent dat onze argumenten op grond waarvan dit wetsvoorstel niet aangenomen zou moeten worden, alleen maar aan kracht hebben gewonnen.