Een initiatiefvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet geeft burgemeesters de bevoegdheid een verwijderbevel af te vaardigen aan personen die online content plaatsen waardoor de openbare orde wordt verstoord of de kans op verstoring aanneembaar is. De VNG staat voorzichtig positief tegenover het voorstel.
Dit schrijven we de Tweede Kamer in onze reactie op de Initiatiefwet van het lid Michon-Derkzen t.b.v. het versterken van de aanpak rondom online aangejaagde openbare-ordeverstoringen (pdf, 231 kB)
Onvoldoende bestuurlijke middelen om direct op te treden
Bij online opruiing is tijdig handelen in bepaalde gevallen gewenst. Maar burgemeesters hebben nog onvoldoende bestuurlijke middelen een opruiend bericht direct offline te halen. De VNG juicht het toe dat het parlement met dit initiatiefwetsvoorstel nieuwe mogelijkheden wil scheppen voor het lokaal gezag binnen het digitale domein.
Uitdagingen, risico’s en beperkingen
Zoals gezegd, staat de VNG voorzichtig positief tegenover het wetsvoorstel. We zien namelijk ook uitdagingen, risico’s en beperkingen die de bevoegdheid en een goede uitvoering en handhaving van de wet in de weg kunnen staan:
- Een verwijderbevel staat op gespannen voet met de vrijheid van meningsuiting en het demonstratierecht. Landelijke beoordelingskaders zijn onontbeerlijk om burgemeesters te ondersteunen bij het maken van de afweging of een verwijderbevel gegrond en proportioneel is.
- Burgemeesters kunnen alleen een goede afweging maken wanneer zij kunnen steunen op een goede informatiepositie. Dit vraagt om een goede samenwerking en afstemming tussen het rijk, gemeenten, het OM en de politie.
- De afweging of er een causaal verband is tussen het online bericht en eventuele ongeregeldheden in het fysieke domein is in de praktijk complex. Het vraagt om duidelijke kaders die burgemeester bij deze afweging kunnen hanteren om een vergelijkbare interpretatie van de wet te waarborgen.
Onderbelichte aandachtspunten
We geven de Tweede Kamer ook 2 aandachtspunten mee die in de wetswijziging onderbelicht zijn:
- De wetswijziging voorziet in een verwijderbevel van een online bericht maar niet in het verwijderd houden van het bericht.
- Online social mediaplatformen blijven buiten schot.
Burgemeester moet er niet alleen voor staan
De afweging of een online bericht verwijderd moet worden, is in de praktijk complex. Burgemeesters moeten er daarom niet alleen voor staan om dit probleem op te lossen. Een adequate toepassing van deze wet vereist een goede afstemming tussen het rijk en de lokale driehoek, onder meer in de vorm van een heldere rolverdeling en handelingskaders voor betrokken partijen. En casuïstiek die voortvloeit uit deze wet moet goed geëvalueerd worden om bij te dragen aan een uniforme uitvoering.
Nog meer inzet en samenwerking nodig om onvrede vroegtijdig signaleren
Tot slot: het wetsvoorstel biedt geen oplossing voor het onderliggende probleem dat aan de stijging van online incidenten ten grondslag ligt. De digitalisering biedt inwoners die zich onbegrepen voelen en dit willen uiten ongekende mogelijkheden om hun ongenoegen, middels opruiende of haat zaaiende berichten, te verspreiden. Met alle gevolgen voor de maatschappij van dien. Het vraagt nog meer inzet van, en samenwerking tussen, het rijk, gemeenten, de politie, het OM en andere instanties om onvrede bij inwoners vroegtijdig te signaleren.