De Tweede Kamer debatteerde op 17 oktober met minister De Jonge over de begroting van het ministerie van BZK, waar ook het gemeentefonds onder valt. Bij de stemmingen op 24 oktober bleek een meerderheid 2 moties hierover te steunen.
Bevries opschalingskorting of kom met een andere oplossing
De Motie Van Dijk c.s., ingediend door Inge van Dijk (CDA), Hans Teunissen (D66) en Stieneke van der Graaf (ChristenUnie), werd unaniem aangenomen. In de motie geven zij aan dat de terugkeer van de opschalingskorting van jaarlijks 675 miljoen euro een belangrijke bijdrage levert aan de financiële problematiek van gemeenten en dat hiervoor geen inhoudelijke onderbouwing bestaat. De regering wordt verzocht in de volgende Voorjaarsnota deze korting te bevriezen tot en met 2029 of hiervoor een andere oplossing voor te stellen.
Dicht het financieel ravijn
In de Motie Nijboer verzoekt Henk Nijboer (PvdA) het kabinet de consequenties van de tekorten inzichtelijk te maken en voorstellen voor te bereiden om het ravijn te dichten. Dit 'overwegende dat gemeenten en provincies financieel in de touwen hangen en voorzieningen als bibliotheken, sport, cultuur en openbaar vervoer onder druk staan en afstevenen op een financieel ravijn'. Deze motie werd met 77 stemmen nipt aangenomen, dankzij steun van de ChristenUnie.
Noodzakelijke verbeteringen financiële situatie gemeenten en provincies
De aangenomen moties sluiten aan bij de position paper die VNG en IPO voorafgaand aan het debat publiceerden. Daarin vroegen de koepelorganisaties aandacht voor 4 noodzakelijke verbeteringen in hun financiële situatie. In het geval van gemeenten:
- herstel van het accres vanaf 2026
- indexering van het gemeentefonds, passend bij de stijgende zorgvraag
- afschaffing van de opschalingskorting, waarmee de korting op het gemeentefonds € 675 miljoen lager wordt
- in balans brengen van taken en middelen