Het aanpakken van kindermishandeling en huiselijk geweld is complex. Het vraagt om een gezamenlijke aanpak vanuit verschillende domeinen, o.a. zorg, veiligheid en het sociaal domein. Er is niet alleen effectieve inzet nodig op het stoppen van geweld, maar ook een lange adem voor het duurzaam oplossen ervan.
Daarbij zijn het wegnemen van de onderliggende oorzaken, de risicofactoren die het in stand houden, en het herstel van de gevolgen van het geweld (o.a. door trauma-aanpak) essentieel. Het Verwey-Jonker Instituut doet onderzoek naar MDA++, een methode waarbij professionals rond de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling al dan niet onder één dak samenwerken. Een tussenrapport geeft een aantal voorlopige resultaten.
MDA++: veelbelovende multidisciplinaire, intersectorale aanpak
Ervaringen in het buitenland laten zien dat als de verschillende sectoren en specialisten onder één dak werken dit zeer effectief is in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. De gemeente Tilburg (regio Hart van Brabant) en de gemeente Rotterdam (regio Rotterdam Rijnmond) voeren daarom pilots met de methode MDA++ uit. In de pilots wordt de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling doorontwikkeld tot een centrum onder één dak, waar professionals die zelf direct bij het gezin betrokken zijn samenwerken. Deze samenwerking is gericht op gezinnen/huishoudens met de meest complexe problematiek. Zowel praktijk en als beleid beschouwen deze multidisciplinaire en intersectorale aanpak als veelbelovend.
Onderzoek naar werkzame elementen van de aanpak
Het Verwey-Jonker Instituut onderzoekt de werkzame elementen van deze aanpak. Om de effectiviteit van het multidisciplinair en systeemgericht werken onder één dak goed te kunnen analyseren, onderzoekt het Verwey-Jonker Instituut ook 3 MDA++ werkwijzen die niet onder één dak opereren, maar waar wel multidisciplinair en intersectoraal wordt gewerkt rond huishoudens waarin huiselijk geweld of kindermishandeling speelt, in combinatie met meervoudige problematiek. Het gaat om het MDA++ Friesland, MDA++ Drenthe en het interventieteam West-Brabant.
Tussenrapport met eerste resultaten
In het tussenrapport zijn de eerste (voorlopige) resultaten van het onderzoek te lezen. In het rapport zijn de werkzame elementen uit de werkwijzebeschrijvingen op een rij gezet, worden de resultaten van de effectmeting in regio Friesland beschreven en zijn de eerste bevindingen uit de casestudies te lezen. NB: deze (voorlopige) resultaten moeten met grote voorzichtigheid worden geïnterpreteerd:
- Het onderzoek loopt nog en wordt eind 2022 afgerond.
- Momenteel is sprake van een klein aantal gezinnen waarover kan worden gerapporteerd. De verwachting is dat dit aantal in de komende maanden zal toenemen.
- Voor de effectmeting is nu alleen regio Friesland geanalyseerd. De analyse van de overige regio’s wordt de komende maanden gedaan.
- De vergelijking met de reguliere Veilig Thuis-populatie is methodisch nog niet optimaal, omdat er nog geen matchingsprocedure heeft plaatsgevonden.
Publicatie van deze tussenrapportage met voorlopige resultaten heeft als doel de regio’s waar momenteel gewerkt wordt aan het (verder) vormgeven van een MDA++ te inspireren en te motiveren, en om lering te trekken uit de ervaringen van de onderzochte regio’s.
Meer informatie
De uitvoering van de pilots en het onderzoek worden vanuit het programma Geweld hoort nergens thuis ondersteund.