De Wet integrale suïcidepreventie verplicht gemeenten om lokaal suïcidepreventiebeleid uit te werken, maar er zijn geen minimale vereisten.

Conclusie uitvoeringstoets: wet is uitvoerbaar

Op verzoek van het ministerie van VWS heeft de VNG een uitvoeringstoets gedaan op de wet. Daarvoor zijn medewerkers van 15 gemeenten, 4 regio’s en andere stakeholders geïnterviewd. Hoofdconclusie van het onderzoek is dat de wet voor gemeenten uitvoerbaar is, maar dat het ambitieniveau afhankelijk is van de hoogte van de financiering.

Extra capaciteit nodig voor uitvoering

Het grootste deel van de gemeenten wil suïcidepreventie gezamenlijk uitzoeken en oppakken met een of enkele andere gemeenten of op regionaal niveau. Voor de uitvoering is extra capaciteit nodig, gemeenten zijn ook sterk afhankelijk van de capaciteit en prioriteit bij netwerkwerkpartners.

Aanvullende financiering nodig

Om de volledige onderbouwde en effectieve aanpak van suïcidepreventie, die veel koplopers hanteren en waar in de Memorie van Toelichting op de wet naar wordt verwezen, uit te voeren is aanvullende financiering nodig naast de voor gemeenten beschikbare € 10 miljoen. Bij dit beschikbare budget zullen gemeenten die nog geen aanpak suïcidepreventie hebben, hun aanpak afstemmen op het beschikbare budget. Dit kan leiden tot een beperkter ambitieniveau. Zie ook: Factsheet Uitvoeringstoets integrale suïcidepreventie (pdf, 218 kB)

Vervolg

De VNG gaat samen met gemeenten/regio’s en met partners als 113, GGD-GHOR, Divosa, NS/ProRail en de onderwijsraden onderzoeken hoe er binnen het budgettaire kader een zo effectief mogelijk beleid kan worden gerealiseerd. Die aanpak is bij voorkeur gebaseerd op het European Alliance Against Depression (EEAD)-model en regionaal ingericht. Zie ook Gemeenten | 113 Zelfmoordpreventie.

Verder bespreken de VNG en het ministerie van VWS op dit moment de wijze waarop het budget van € 10 miljoen wordt uitgekeerd aan gemeenten.  In het voorjaar informeren we over de stand van zaken op beide punten.