De Tweede Kamer vraagt de regering via een motie om met gemeenten af te spreken uiterlijk vanaf 1 januari 2024 alleen nog maar Wmo-beschikkingen met een tijdsindicatie af te geven. De VNG had de Kamer erop gewezen dat dit voor gemeenten onuitvoerbaar is.

Tijd nodig voor nieuwe beschikkingen 

Een meerderheid van de Kamer stemde afgelopen dinsdag toch in met de motie (pdf, 20 kB). Inmiddels heeft de VNG minister Helder (VWS) er per brief op gewezen dat de gemeenten die het betreft niet in staat zijn al per 1 januari 2024 nieuwe beschikkingen met een tijdsindicatie af te geven. 

Lopende contracten kunnen niet zonder meer opengebroken worden

Tussen de betreffende gemeenten en zorgaanbieders zijn contracten afgesloten in de veronderstelling dat het kabinet met een wetsvoorstel zou komen om resultaatgericht beschikken mogelijk te maken. Pas zeer recent werd bekend dat dit wetsvoorstel niet zal worden ingediend.

Er kan sprake zijn van lopende contracten met aanbieders die niet zonder meer opengebroken kunnen worden. Het introduceren van tijdsindicatie kan een wezenlijke wijziging van een contract betekenen waarna de gemeente opnieuw moet aanbesteden. Bovendien zijn lopende beschikkingen waartegen geen bezwaar is ingediend onherroepelijk, ze hoeven pas na afloop van de beschikkingstermijn te worden aangepast.

Aanpassingen in beleid, contractering en uitvoering vragen om langere periode

Er is, kortom, een langere periode nodig om de noodzakelijke aanpassingen in beleid, contractering en uitvoering door te voeren. Dit is mede afhankelijk van de beschikbare uitvoeringscapaciteit bij gemeenten en vraagt ook om een ondersteuningstraject. We gaan graag met minister Helder en/of staatsecretaris Van Ooijen in gesprek om afspraken te maken over een hersteltermijn die voor gemeenten en aanbieders wél uitvoerbaar is.

Eens met inhoudelijke strekking

In onze reactie (pdf, 53 kB) op de motie laten we de Tweede Kamer weten deze op inhoud te ondersteunen. De motie sluit namelijk aan bij het traject waarin gemeenten en aanbieders werken aan een proces waarbij cliëntgerichte ondersteuning vorm krijgt op basis van een beschikking over aard en vorm van de ondersteuning inclusief een daarbij passende tijdsindicatie. De ingangsdatum van 1 januari 2024 maakt de motie voor gemeenten echter onuitvoerbaar.