Gemeenten hadden over 2021 een overschot (voor mutatie reserves) van € 1,6 miljard op de exploitatierekening. Hiervan was € 0,5 miljard afkomstig uit de grondexploitatie. Dit blijkt uit analyse van de (voorlopige) ongecorrigeerde opendata IV-3 van de jaarrekeningen 2021, die het CBS heeft verzameld.

Dit geld blijft niet over, maar gebruiken gemeenten voor de eigen financiering van publieke investeringen. Daarmee hoeft niet al het geld voor deze investeringen te worden geleend. De uitgaven aan investeringen lopen namelijk over de balans. Dit is de logica van een baten-lastenstelsel. Met dit resultaat is de solvabiliteit (mate waarin het gemeentebezit niet met schuld is belast) uitgekomen op 37,3%. De netto schuld van de gezamenlijke gemeenten bedraagt daarmee € 32,5 miljard, wat 49,2% van de baten is.

Investeringen van gemeenten nog steeds erg laag

De netto investeringen in wegen, bruggen, openbaar groen, schoolgebouwen, computers, etc., waarmee de vaste materiele activa op de balans zijn gegroeid, bedroegen in 2021 € 1,1 miljard. Dit betekent een toename van deze vaste materiele vaste activa met 1,6%. Daarmee zijn de publieke investeringen van gemeenten nog steeds erg laag.

Normaal hoort deze groei in de pas te lopen met de trendmatige nominale groei van het bruto binnenlands product, wat in 2021 uitkwam op 4,2%. De uitgaven aan publieke investeringen groeien gewoonlijk met inflatie, inwonergroei en de toename van de welvaart. Maar door de financiële krapte bij gemeenten in de afgelopen periode is dit al jaren niet meer het geval. In 2021 waren de publieke investeringen van gemeenten, buiten inhaalinvesteringen gerekend, per saldo € 1,7 miljard te laag.

Exploitatieresultaat 2021 op peil

Doordat de publieke investeringen elk jaar duurder worden, zetten de vermogensbalansen van gemeenten jaarlijks uit. Als de investeringen alleen met geleend geld worden gefinancierd, holt dat de solvabiliteit van gemeenten uit richting nihil.

Om de solvabiliteit en de schuld op een gezond peil te houden hebben gemeenten jaarlijks een overschot op de exploitatie nodig voor de eigen financiering van investeringen. Daarmee hoeft minder geld te worden geleend. Bij een normaal investeringsniveau was voor een stabiele solvabiliteit in 2021 een overschot op de exploitatie nodig geweest van € 1,5 miljard. De uitkomst van de exploitatie van de gezamenlijke gemeenten is daarmee op peil.