Gemeenten hebben duidelijkheid nodig over waar, wanneer en hoeveel groen gas beschikbaar komt, zodat ze weten welke alternatieven voor aardgas ze kunnen inzetten. We dringen hier nogmaals op aan in onze inbreng voor het commissiedebat Waterstof, groen gas en andere energiedragers op 16 januari.
Lees onze inbreng voor het commissiedebat (pdf, 24 kB)
Nog veel vragen over groen gas
Antwoorden op deze vragen kunnen gemeenten helpen:
- Waar kunnen gemeenten groen gas inzetten? Voor alle gebieden waar een warmtenet of all electric niet mogelijk is? Of alleen op plekken waar ook groen gas geproduceerd wordt (landelijk gebied)? Of juist in monumentale binnensteden waar warmtenetten vaak niet mogelijk zijn en er onvoldoende ruimte is voor warmtepompen?
- Welke afwegingen zijn hierbij leidend? Het is noodzakelijk scherpe keuzes te maken over de inzet van groen gas zodat dit schaarse gas voor de maatschappij zo kostenefficiënt mogelijk toegepast wordt.
- Over welke volumes kunnen zij beschikken?
- Wanneer krijgen gemeenten hierover uitsluitsel?
Groen gas als alternatief in warmteprogramma
Volgens de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) moeten gemeenten voor het eind van 2026 een warmteprogramma vaststellen. Daarin geven zij voor de periode tot 2035 aan welk gebied van het aardgas af gaat en welke mogelijke warmtealternatieven zij daar voorzien.
Hernieuwbare gassen, zoals groen gas, worden door het rijk gepresenteerd als een van deze alternatieven. Voor het opstellen van het warmteprogramma hebben gemeenten dus duidelijkheid nodig over de mogelijke inzet en allocatie van groen gas.