Het kabinet kondigt aan dat de verlaging van de proceskostenvergoeding in WOZ-bezwaarzaken wordt bijgesteld van 25% naar 12,5%. Dit besluit komt voort uit een uitspraak van de Hoge Raad en wordt opgenomen in het Belastingplan 2025.

Door de toenemende druk van no-cure-no-paybureaus op de uitvoering van de Wet WOZ trad op 1 januari 2024 de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm in werking. Met deze wet is onder meer de proceskostenvergoeding op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) voor WOZ-bezwaarzaken verlaagd tot 25%, in de wet uitgedrukt als factor van 0,25. 

Arrest Hoge Raad 

De Hoge Raad heeft op 12 juli 2024 bepaald dat het lage tarief voor de proceskostenvergoeding in belasting- en premiezaken in bezwaar buiten toepassing moet blijven. Enkel het tarief voor overige zaken, dat nu dubbel zo hoog is, blijft dan over. De verlaging van de proceskostenvergoeding in WOZ-bezwaarzaken wordt hierdoor zo goed als volledig ongedaan gemaakt. 

Voorstel voor reparatie

Om te voorkomen dat de proceskostenvergoeding voor WOZ-bezwaarzaken wordt verdubbeld, wil het kabinet de factor van 0,25 verlagen naar 0,125. Dat is te lezen in de aanbiedingsbrief van het Belastingplan 2025

Wat betekent het voor de uitvoering van de Wet WOZ?

Door middel van een nota van wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2025 wordt de factor met ingang van 1 januari 2025 verlaagd naar 0,125. Dit zorgt ervoor dat de proceskostenvergoeding die in de bezwaarfase kan worden toegekend in lijn blijft met hetgeen de wetgever bij de invoering van de Wet herwaardering voor ogen stond.

Verder proces en inwerkingtreding

De nota van wijziging wordt in de loop van september 2024 beoordeeld door de Raad van State. In oktober/november 2024 wordt de aanpassing van de WOZ-factor daarna als onderdeel van het Belastingplan behandeld in de Tweede Kamer. In december 2024 gaat het voorstel naar de Eerste Kamer.