De NVVK, VNG, Vewin en Energie-Nederland komen na bijna twee jaar praktijkervaring tot de conclusie dat de gemaakte afspraken over ‘het signaal’.

Zoals deze is vastgelegd in artikel 3.1 sub a (energie) en b (drinkwater) van de overeenkomst behorende bij het Landelijk Convenant Vroegsignalering (LCV) – onbedoeld belemmerend werken in de samenwerking ten behoeve van Vroegsignalering.  

Na overleg hierover met (leden van) Energie-Nederland, (leden van) Vewin, de VNG én de gemeenten die direct betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van het LCV, willen we de termijnafspraken voor energie & drinkwater dan ook graag herzien en in lijn brengen met de formulering zoals eerder gekozen voor verhuur. Hiermee sturen we aan op een signaal zodra dit kan en wettelijk gezien mag, via het (vroegsignalerings)loket zoals door gemeenten gekozen: RIS of VPS. Dit zodat de gemeente daarna passende actie kan ondernemen.  

Afb.1: voorgestelde wijziging in overeenkomst behorende bij het LCV 

afbeelding 1

Vroegsignalering in relatie tot bestaande regelgeving energie en water 

Leveranciers van elektriciteit, gas, warmte én drinkwater geven op grond van eigen regelgeving, onder voorwaarden, de gegevens van een afnemer zónder diens toestemming door aan schuldhulpverlening. Dit moet voorafgaand aan contractbeëindiging en/of afsluiting, ook als dit signaal nog niet – of niet meer – voldoet aan de in de LCV-overeenkomst gekozen achterstandsperioden. En gemeenten moeten deze signalen opvolgen met een hulpaanbod, óók als deze signalen niet voldoen aan de in de LCV-overeenkomst gekozen periode.  

Afb.2: De branche-gerelateerde regelingen als uitgangspunt voor informatie-uitwisseling 

afbeelding 2

Energiesignalen: van 2 naar 1 loket 

Het blijkt met enige regelmatig voor te komen dat een signaal pas met de gemeente gedeeld mag worden, wanneer de vorderingen al meer dan 100 dagen oud is. Bijvoorbeeld doordat een overeengekomen betalingsregeling om de achterstand in te lopen toch mislukt. In plaats van een vroegsignaal verstuurt de energiemaatschappij in deze situaties nu - vlak voor ‘beëindiging contract wegens wanbetaling’ - alsnog een signaal over een oude en inmiddels vaak forse achterstand, om alsnog te voldoen aan de geldende regelgeving.  

Daarnaast hebben de betrokkenen zich in de gesprekken over de totstandkoming van het LCV en de bijbehorende overeenkomst onvoldoende gerealiseerd dat een aantal partijen in de energiemarkt - binnen de geldende wettelijke kaders - een zeer strak incassoproces uitvoeren, waarbij al op afsluiting aangestuurd wordt voordat de ondergrens van 50 dagen voor een vroegsignaal bereikt is. Hierdoor ontvangt een gemeente nu niet één maar twee stromen signalen op basis van de regelgeving voor energie: ‘vroegsignalen’ tussen de 50 en de 100 dagen oud via RIS of VPS, maar ook ‘signalen op basis van de afsluitregelingen’ via mail of post. Een onwenselijke situatie die voor onnodige ruis zorgt.  

Door de bovengrens van 100 dagen voor energiepartijen los te laten, maar ook eerdere signaalaanlevering via RIS of VPS te faciliteren, kunnen álle signalen op basis van de regelingen via deze loketten aangeleverd worden zodra aan de wettelijke vereisten voldaan is. 

Drinkwatersignalen: meer ruimte voor sociaal incasso  

Hoewel de gekozen oplossing gelijk is, is de aanleiding voor de voorgestelde wijziging ten behoeve van drinkwaterbedrijven iets anders. De aanlevering vanuit diverse drinkwaterbedrijven wordt door gemeenten soms ervaren als ad hoc of zelfs geheel ontbrekend. Dit blijkt met name veroorzaakt te worden door de invulling van de ‘inspanning tot persoonlijk contact’, waarbij elk drinkwaterbedrijf hier een eigen interpretatie aan geeft. 

Gezien de relatief lage achterstandsbedragen bij drinkwater, doorlopen sommige drinkwaterbedrijven de vereiste sociaal incassostappen (incl. bijv. huisbezoek) bewust pas als het bedrag wat hoger opgelopen is. De grens van 100 dgn zoals afgesproken blijkt dan onnodig beperkend, zeker als vervolgens blijkt dat gemeenten oudere signalen op basis van de LCV-afspraken terzijde leggen. Want ook hier geldt – net als bij de energiesignalen – dat de drinkwaterbedrijven een signaal móeten versturen voorafgaand aan afsluiting en dat de gemeente opvolging móet geven aan een ontvangen signaal.  

Door de bovengrens van 100 dagen voor de drinkwaterrekening los te laten, krijgen de drinkwaterbedrijven de ruimte om zelf invulling te geven aan hun sociale incassoproces en wordt het doorgeven (en daarmee opvolgen) van signalen beter gefaciliteerd zodra aan deze voorwaarde voldaan is. 

Géén impact overige koepels/ signaalpartners 

Deze voorgenomen wijzigingen hebben géén directe impact voor al aangesloten signaalpartners. De bestaande overeenkomsten met zorgverzekeraars en verhuurders blijven in stand en net als nu vindbaar in het NVVK Signingportaal. Voor energiepartijen en drinkwaterbedrijven zullen alle bestaande overeenkomsten in het ondertekenportaal op korte termijn gearchiveerd worden bij de NVVK en nieuwe overeenkomsten gegenereerd worden. Gemeenten dienen deze overeenkomsten opnieuw aan de drinkwaterbedrijven en energiemaatschappijen aan te bieden voor wederzijdse ondertekening om van de gewijzigde afspraken gebruik te kunnen maken. Totdat dit proces voltooid is blijven de oude overeenkomsten voor het delen van signalen door energie- en drinkwaterbedrijven uiteraard gewoon van kracht.  

Zodra deze nieuwe overeenkomsten in het portaal beschikbaar staan voor ondertekening is het verzoek om deze zo snel als mogelijk te ondertekenen zodat de aangepaste werkwijze snel kan ingaan. We houden u uiteraard op de hoogte.