De fondsbeheerders stuurden 21 mei een Kamerbrief over de omzetting van specifieke uitkeringen naar een fondsuitkering. Doel van dit voornemen was om de beleidsvrijheid van gemeenten te vergroten en administratieve lasten te verlagen. Daarom kwam er een korting van 10% op de bestaande specifieke uitkeringen.
Evaluatie van omzetting specifieke uitkeringen
In een uiterst intensief proces hebben de fondsbeheerders, samen met vertegenwoordigers van VNG en IPO, alle specifieke uitkeringen tegen het licht gehouden. Uit de inventarisatie blijkt dat slechts een zeer beperkt aantal uitkeringen op korte termijn kan worden omgezet. Voor een aantal uitkeringen is aanpassing van de Financiële verhoudingswet nodig en in andere gevallen is omzetting momenteel wettelijk niet mogelijk.
Aanleiding voor gebruik specifieke uitkeringen
In de Kamerbrief constateren de fondsbeheerder ook (terecht) dat in sommige gevallen de informatiebehoefte van de Tweede Kamer een rol speelt bij de keuze voor het instrument specifieke uitkeringen. Verder waarschuwen ze dat bij omzetting ‘sturing via de financiële weg niet simpelweg vervangen hoort te worden door sturing via andere routes’. Belangrijk punt is ook dat de invulling van de 10% korting op de bestaande specifieke uitkeringen niet mag worden afgewenteld op gemeenten.
Reactie van de VNG
De VNG herkent de uitkomsten in de Kamerbrief. Het instrument specifieke uitkering heeft niet onze voorkeur, maar kan in sommige gevallen passend of (op dit moment) juridisch noodzakelijk zijn. De aangekondigde aanpassing van de Financiële verhoudingswet moet ook gaan helpen om het aantal specifieke uitkeringen terug te dringen. Hierover diende de VNG pas nog een consultatiereactie in.
Zorgen over het vervolg
Tegelijk zijn er zorgen over het vervolg. Ons uitgangspunt ‘eerst storten, dan korten’ is niet door het kabinet overgenomen. De 10% is als harde korting in de departementale begrotingen verwerkt en de Voorjaarsnota bracht er geen verandering in. Deze korting kan in de meeste gevallen niet worden opgevangen door het wegvallen van administratieve lasten of extra beleidsvrijheid.
Dit brengt het risico met zich mee dat de financiële lasten, direct of indirect, toch bij gemeenten terechtkomen. Dat geldt niet alleen bij het behoud van specifieke uitkeringen, maar soms ook bij omzetting naar decentralisatie-uitkeringen. De VNG heeft dit consequent naar voren gebracht in de gesprekken en zal hier bij het vervolg scherp op blijven letten.