Datum

Organisatie

Centrale Raad van Beroep (CRvB)

Soort

Wet- en regelgeving

De Centrale Raad van Beroep (CRvB) oordeelt dat het niet verstrekken van het CIN-nummer (Marokkaanse identiteitsnummer) geen schending van de inlichtingenverplichting is. Het CIN-nummer als zodanig is geen gegeven dat van invloed kan zijn op het recht op de AIO-aanvulling als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Participatiewet.

Verificatie verstrekte informatie

Het CIN-nummer speelt een rol bij de verificatie van de door appellanten verstrekte informatie over hun inkomen en vermogen in Marokko, of het ontbreken daarvan. De gevraagde medewerking van appellanten, om hun CIN-nummers te overleggen in verband met nader uit te voeren onderzoek bij instanties in Marokko, ligt dus in het verlengde van de op hen rustende inlichtingenverplichting over eventueel in Marokko aanwezig vermogen.

Appellanten hebben, door het niet verstrekken van hun CIN-nummers, de op hen rustende medewerkingsverplichting als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Participatiewet geschonden.

Onderzoek in Marokko

CIN-nummers zijn nodig voor het doen van onderzoek in Marokko. Dit is niet strijdig met het discriminatieverbod en ook niet met artikel 30a Administratief Akkoord. De Sociale Verzekeringsbank was bevoegd het recht op aio-aanvulling in te trekken. Het opvragen en in ontvangst nemen van het CIN-nummer levert ook geen schending van het recht op privéleven op. Er zijn geen aanknopingspunten voor onrechtmatig gebruik maken van CIN-nummer door attaché voor sociale zaken in Marokko. De CRvB bevestigt de aangevallen uitspraak.

Uitspraak op rechtspraak.nl

ECLI:NL:CRVB:2018:809