Datum

Soort

Wet- en regelgeving

De Bijstandsbode publiceert elke maand interessante uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) op het gebied van bijstand en aanverwante wet- en regelgeving. Dit zijn de uitspraken uit juli 2018.

Bescherming belastingvrije voet

Normaal gesproken mag de gemeente of de Sociale Verzekeringsbank (Svb) alleen het deel van het inkomen dat hoger is dan de beslagvrije voet gebruiken voor de inning van een openstaande schuld. Maar wie niet meewerkt aan de invordering van zijn bijstandsschuld, hoeft niet te rekenen op bescherming van de beslagvrije voet. De RvB (Raad) constateert dat mevrouw de Svb geen inzicht heeft gegeven in haar inkomsten, waaronder mogelijk die uit vermogen (onroerend goed) in Suriname, en dat ook haar uitgaven onbekend zijn. Daardoor is de beslagvrije voet en daarmee de aflossingscapaciteit van mevrouw niet vast te stellen. Om die reden heeft de Svb het maandelijkse aflossingsbedrag mogen bepalen op € 200. 

Beschermingsbewind, ontvankelijkheid bezwaar

Het dagelijks bestuur heeft de bijstandsuitkering van belanghebbende per 1 juli 2015 verlaagd omdat de kostendelersnorm van toepassing is. In geschil is of het bezwaar tegen dit besluit op tijd is ingediend. De Raad stelt vast dat de bewindvoerder pas op 9 september 2015 kennis heeft genomen van het besluit. Dat betekent dat het op 17 september 2015 ontvangen bezwaarschrift tijdig is ingediend.

Recidive, maatregel afstemmen

Het dagelijks bestuur heeft de bijstandsuitkering bij wijze van maatregel voor de duur van twee maanden met 100% verlaagd, wegens het herhaald niet of onvoldoende gebruik maken van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling. De Raad stelt vast dat aan belanghebbende in korte tijd 2 financieel ingrijpende maatregelen zijn opgelegd. Het dagelijks bestuur had in redelijkheid aanleiding moeten vinden om de opgelegde maatregel nader af te stemmen vanwege dringende redenen, gelet op bijzondere omstandigheden

Niet duurzaam gescheiden

Het college heeft de bijstandsuitkering ingetrokken, omdat belanghebbende niet duurzaam gescheiden leeft van haar echtgenoot en daarom geen recht heeft op bijstand naar de norm voor een alleenstaande ouder. De Raad oordeelt dat dit besluit terecht is. Tijdens diverse huisbezoeken zijn beide echtgenoten aangetroffen op het uitkeringsadres. De Raad oordeelt dat in deze situatie geen sprake is van duurzaam gescheiden levende echtgenoten.

Geen verhoging beslagvrije voet met terugwerkende kracht

Het college heeft de beslagvrije voet herberekend en het maandelijks op de bijstand in te houden bedrag verlaagd per 1 december 2014. Het college heeft geweigerd de beslagvrije voet met terugwerkende kracht aan te passen, omdat belanghebbende de daarvoor benodigde gegevens pas in de bezwaarfase heeft overgelegd. Het is aan belanghebbende zelf om de gegevens over zijn financiële omstandigheden aan te leveren die nodig zijn voor het verhogen van de beslagvrije voet. Het college hoeft de verhoging niet met terugwerkende kracht toe te passen.

Hersteltermijn onredelijk kort

Het college heeft de bijstandsaanvraag buiten behandeling gesteld, omdat belanghebbende niet alle opgevraagde stukken (op tijd) heeft ingeleverd. Het college heeft echter een brief naar het verkeerde postadres gestuurd, waardoor de bewindvoerder een hersteltermijn had van 7 dagen in plaats van de gebruikelijke 14. Een termijn van 7 is onredelijk kort, oordeelt de Raad. Daarmee is het besluit tot buitenbehandelingstelling in strijd met artikel 4:5 Awb. Het college moet een nieuwe, inhoudelijke beslissing nemen.

Vrijgelaten vermogen, bijzondere bijstand

Het college heeft geweigerd bijzondere bijstand te verstrekken voor de kosten van woninginrichting, omdat belanghebbende ruim € 5.700 op de bank heeft staan en de kosten dus zelf kan dragen. De Raad overweegt dat het college in het kader van de bijzondere bijstand de volledige vrijheid heeft in de vaststelling van de draagkracht van een belanghebbende. De aanvraag is terecht afgewezen.

Redelijkerwijs kunnen beschikken, wanprestatie

Het college heeft de bijstandsuitkering ingetrokken en teruggevorderd. Belanghebbenden bezitten namelijk onroerend goed in het buitenland met een waarde ruim boven de vermogensgrens. Zij hebben dit bezit niet gemeld bij het college. De Raad oordeelt, net als de rechtbank, dat belanghebbenden volgens de kadastrale basisregistratie niet zijn beperkt in hun bevoegdheid over het onroerend goed te beschikken. Het besluit van het college is terecht genomen.

Lees de uitgebreidere samenvattingen van de genoemde cases in de Bijstandsbode van juli 2018.