Geachte heer Van Ooijen,

Op 22 december 2022 hebben we een bestuurlijk overleg met u en met de minister van BZK gevoerd. Uiteindelijk zijn we tot een procesafspraak gekomen om het maken van financiële afspraken passend bij een uitvoerbare hervormingsagenda nog één kans te geven. Op 6 januari jl. hebt u een brief gestuurd aan de Tweede Kamer. Deze brief is niet met ons afgestemd en daarom zien wij ons genoodzaakt hierop te reageren voordat we het nog door het kabinet te plannen bestuurlijk overleg zullen voeren. Tevens zullen we de Eerste en Tweede Kamer een afschrift van deze brief doen toekomen.