Overwegingen

1. Wij hebben ons verbonden aan een nieuwbouwprogramma van ten minste twee derde betaalbaar en ten minste 30% sociaal. Doel van het regionale nieuwbouwprogramma is voor ons om toe te werken naar de gewenste voorraad, gegeven de regionale behoefte en een eerlijke verdeling van betaalbare woningbouw over gemeenten op basis van het principe van fair share.  

2. Daarnaast zijn er soms goede redenen om binnen de regionale kaders verschillen tussen gemeenten vast te leggen. Vanwege de fysieke mogelijkheden (de omvang van de bouwopgave verschilt per gemeente) of verschillen in woningbehoefte (bijvoorbeeld studentensteden hebben een hoge behoefte aan sociale huur doordat studentenhuisvesting hieronder valt; gemeenten met veel huishoudens met lagere inkomens hebben een hoge sociale behoefte en omgekeerd). Lagere percentages (hierin voorziet het kabinetsvoorstel) of hogere percentages  (dit kan binnen het kabinetsvoorstel wel op gemeentelijk niveau, maar niet op regionaal en provinciaal niveau) kunnen goed verdedigbaar zijn. 

3. Wij constateren dat het wetsvoorstel tot veel discussie in de regio gaat leiden over wat de opgave voor elke gemeente wordt om op regionaal niveau tot twee derde betaalbaar en 30% sociale huur in de nieuwbouw te komen. Dit leidt ertoe dat in veel gemeenten deze percentages niet worden bereikt; dat hierdoor het beoogde percentage van 30% sociaal in de nieuwbouw sowieso niet wordt gehaald; en dat het percentage sociaal in de gehele Nederlandse voorraad geleidelijk gaat afnemen. Dit verhaal kunnen wij niet uitleggen aan onze inwoners en woningzoekenden, waaronder de veelgenoemde politieagenten, verpleegkundigen en leraren. Maar ook niet aan de meestal minder bedeelde urgent woningzoekenden, zoals de wettelijk urgenten uit dezelfde Wet versterking regie volkshuisvesting.