Naar welke verordening verwijst artikel 9 'overgangsrecht'?

Uitgebreide vraag: Gemeente heeft vraag over  model brandbeveiligingsverordening 2012. In artikel 9 'overgangsrecht' bij lid 2 staat: "Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Brandbeveiligingsverordening van 2010 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast." Waar verwijst de laatstgenoemde 'deze verordening' naar? Naar de verordening van 2012 of die van 2010? Je kunt het namelijk op 2 manieren lezen.

Antwoord:
Met 'deze verordening' wordt bedoeld de onderhavige verordening, dus in dit geval de Brandbeveiligingsverordening 2012.

 

Is invoering lex silencio positivo niet wenselijk?

Volledige vraag:  In art.  2, lid 4 Bbv is bepaald dat de lex silencio positivo (lsp) van toepassing is. In de Ledenbrief over de aanpassing van verordeningen van 2009 (Lbr. 09/123) staat daarentegen dat het invoeren van de lsp niet wenselijk is. Hoe zit dat?

Antwoord
In beginsel geldt volgens de Dienstenrichtlijn de lsp voor verorde-ningen, behoudens in die situatie dat daarvan om dringende redenen moet worden afgezien. ‘De modelverordening 2008 wordt’, schreef de VNG in de Ledenbrief, ‘binnen afzienbare termijn vervangen door een nieuwe. Er is op dit moment geen reden om de modelverordening aan te passen.

Wel zal de aanvullende doorlichting in de nieuwe verordening worden meegenomen’. Die aanvullende doorlichting heeft het inzicht gegeven dat voor de lsp in de brandbeveiligingsverordening 2010 toch geen uitzondering kan worden gemaakt. Er zijn geen dringende redenen om af te zien van de lsp. Handhaving van de brandbeveiligingsverordening is mogelijk op grond van art. 4:20f Awb indien onverhoopt een vergunning van rechtswege is verleend.

Toezicht op naleving brandbeveiligingsverordening veranderd?

Volledige vraag: In de modelbrandbeveiligingsverordening 2008 is het toezicht op de naleving opgedragen aan ambtenaren van de brandweer. In het model 2010 komt dat niet meer terug. Waarom is dat?

Antwoord
Het toezicht op de naleving van de brandbeveiligingsverordening berust krachtens artikel 61 van de Wet veiligheidsregio’s bij door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren. Hierdoor is er geen ruimte meer om dit in lagere regelgeving (de brandbeveiligings-verordening) door de raad te laten regelen. De Minister van BZK wijst op grond van artikel 65 van de Wet veiligheidsregio’s de ambtenaren aan belast met de opsporing van strafbare feiten.

Gevolgen niet tijdig vaststellen brandbeveiligingsverordening?

Volledige vraag. Wat is het gevolg als vóór 1 oktober 2010 geen brandbeveiligings-verordening op grond van de Wet veiligheidsregio’s is vastgesteld? Deze vraag komt regelmatig binnen bij de VNG.

Antwoord
De consequentie van het niet hebben van een brandbeveiligings-verordening gebaseerd op de Wet veiligheidsregio's is dat de gemeente geen grondslag heeft om eisen aan brandveiligheid van 'niet-bouwwerken'  te stellen.  

De Wet veiligheidsregio's trad op 1 oktober 2010 in werking. De Brandweerwet 1985 is per dezelfde datum ingetrokken. Daardoor verviel de brandbeveiligingsverordening die gebaseerd was op de Brandweerwet 1985  per 1 oktober 2010 van rechtswege. 

Om de brandveiligheid van niet-bouwwerken te regelen is -tot de inwerkingtreding van een AMvB onder de Wet veiligheidsregio’s- tijdelijk een brandbeveiligingsverordening op basis van de Wet veiligheidsregio's noodzakelijk. Zie hiervoor de algemene toelichting op de model-brandbeveiligingsverordening van de VNG. 

Kent de VNG vb-voorschriften brandbeveiligingsverordening art. 7?

Volledige vraag. Ons college gaat binnenkort een beleidsdocument aanpak natuurbranden vaststellen. In gemeente ligt een groot stuk duingebied. Wij hebben in onze verordening artikel 7 opgenomen conform het model van de VNG. Mijn vraag is of u beschikt over "voorbeeld voorschriften" op basis van artikel 7. Wat voor soort voorschriften kunnen wij de eigenaar opleggen?

Antwoord
Wij beschikken niet over voorbeeldvoorschriften en via onze databank praktijkvoorbeelden en google zijn  ook geen voorbeelden van andere gemeenten gevonden. U kunt het proberen bij andere gemeenten met een duin- of bosgebied.

Valt partytent onder brandbeveiligingsverordening?

Uitgebreide vraag. Onlangs heeft u in een antwoord op een vraag aangegeven dat voor een privefeest  in een tuin /erf bij een woning waarbij een partytent wordt gezet en waarbij meer dan 50 personen aanwezig zijn de brandbeveiligingsverordening van toepassing is.

Graag wil ik daar nader uitleg over. In het kader van de deregulering van het vergunningenstelsel was het de bedoeling het aantal vergunningen terug te dringen. Indien voorgaande stelling juist zou zijn zou dat inhouden dat nagenoeg ieder huishouden in Nederland een gebruiksvergunning nodig heeft voor het houden van een prive tuinfeest. 

Volgens de toelichting van de model brandbeveiligingsverordening is de verordening niet van toepassing op een erf of terrein daar waar het Bouwbesluit en of bestemmingsplan (zie toelichting wettekst)

Voornoemde toelichting op de wettekst geeft aan dat de brandbeveiligingsverordening niet van toepassing kan zijn op een tuin/erf en of terrein bij een woning daar waar het bouwbesluit cq bestemmingsplan gebruiksvoorschriften geeft. Dit maakt het niet anders als daarop een partytent gezet wordt. Kunt u mij hierover duidelijkheid verschaffen?


Antwoord
De VNG is zeker voorstander van het dereguleren van het vergunningenstelsel en dus het terugdringen van het aantal vergunningen. De Modelbrandbeveiligingsverordening schrijft echter nog wel een vergunningenstelsel voor. Dit heeft te maken met het feit dat op grond van de Wet veiligheidsregio's de brandveiligheid van niet-bouwwerken geregeld gaat worden in een AMvB.

Als deze AMvB in werking treedt wordt de brandbeveiligingsverordening overbodig. Helaas laat de inwerkingtreding op zich wachten, volgens de laatste berichten pas half 2013. Omdat deze AMvB de brandbeveiligingsverordening gaat vervangen zijn wij zeer terughoudend met het aanpassen van het model. Wij hebben ook nog geen zicht op de inhoud van betreffende AMvB. Wij houden echter de vinger aan de pols.

Het klopt dat de brandbeveiligingsverordening niet van toepassing is op open erven en terreinen (het bestemmingsplan is hier niet aan de orde, dat regelt alleen de bestemming). Als echter op erf of terrein een tent wordt neergezet waarbij meer dan 50 personen aanwezig zullen zijn, gaat het om een object dat wel onder de brandbeveiligingsverordening valt. Dit is niet nieuw. Ook voordat het Bouwbesluit 2012 in werking trad (en 'open erf' en 'terrein' hierin geregeld werden) was de brandbeveiligingsverordening van toepassing op een tent in een tuin waarbij meer dan 50 personen aanwezig zullen zijn.

 


 

Woonwagens en brandveiligheid?

Volledige vraag: In het Bouwbesluit 2012 staat dat woonwagenkampen ingedeeld kunnen worden in brandcompartimenten. Deze regeling lijkt vooral bedoeld voor grote kampen, maar is deze ook toe te passen op kleine kampen? In de gemeente is namelijk een kampje met 4 woonwagens; is dit te zien als één brandcompartiment?


Antwoord
Vragen over de inhoud van het Bouwbesluit en vragen over brandveiligheid van bouwwerken kunnen wij niet beantwoorden. Voor de beantwoording van uw vraag verwijzen wij u naar de Helpdesk bouwregelgeving en brandveiligheid. Om uw vraag aan de helpdesk voor te leggen, kunt u gebruik maken van het elektronisch vragenformulier. Telefonisch contact is mogelijk via Posrbus 51: 0800-8051.
 

 


 

Actualiseren gebruiksvergunningen van bedrijfspanden?

Volledige vraag: Gemeente heeft een aantal panden in eigendom die worden verhuurd aan maatschappelijke en culturele organisaties dan wel ondernemers. Deze panden vallen onder de categorie huur/verhuur bedrijfsruimte. In zijn algemeenheid geldt dat het dagelijks onderhoud voor rekening van de huurder komt en het groot onderhoud voor rekening van de verhuurder i.c. de gemeente. Dat betekent ons inziens dat ook het onderhoud aan de buitenschil voor rekening van de huurder komt.
 
Onduidelijk is het dagelijks onderhoud aan de installaties, zoals bijvoorbeeld, electriciteit, de verwarming en/of beveiliging. Aan alle panden is in het verleden een gebruiksvergunning verleend. Deze vergunningen moeten nu worden geactualiseerd en stelt de brandweer nu ook zwaardere eisen. De vraag is voor wiens rekening in dat geval de te treffen voorzieningen komen? .
 
Wat wij in de praktijk tegenkomen is dat de huurder, buiten de verhuurder/gemeente om verbouwingen in het pand heeft gedaan waardoor het pand niet meer aan de brandveiligheidseisen voldoet en er bouwkundige voorzieningen moeten worden getroffen. Voor wiens rekening komen in dat geval de kosten.
 
Antwoord:
Sinds jaren beantwoordt de VNG geen vragen over het huurrecht. Over dat deel van de vraag kan de VNG  u niet adviseren. Ten aanzien van uw vraag over de eisen brandveiligheid en de gebruiksvergunning (sinds 1 april 2012 meestal een melding), verwijzen wij u naar de Helpdesk bouwregelgeving en brandveiligheid. Om uw vraag aan de helpdesk voor te leggen, kunt u gebruik maken van het elektronisch vragenformulier: Telefonisch contact is mogelijk via Postbus 51: 0800-8051.
 


 

Handhaving brandveiligheid jarenlang gedoogde caravanstalling?

Uitgebreide vraagstelling. In onze gemeente is het bij een bedrijf planologisch middels vrijstelling toegestaan om tuinbouwkassen te gebruiken als caravanstalling. Aan de vrijstelling zijn geen nadere voorwaarden o.i.d. verbonden. De caravanstalling is al meerdere jaren in gebruik.Echter, vanuit het oogpunt van brandveiligheid zou men moeten voldoen aan het Bouwbesluit. Daaraan kan echter zeer moeilijk worden voldaan. Er is echter nog geen verzoek om handhaving gedaan.
 
1. Kan de gemeente handhaven op grond van Bouwbesluit ondanks dat de gemeente jaren geleden vrijstelling voor gebruik heeft verleend?
2. Kan men dan schadevergoeding van de gemeente vorderen?
3. Zijn er andere alternatieven denkbaar?


Antwoord:
1. Ja, de gemeente moet het Bouwbesluit handhaven. Handhaven is meer dan een bevoegdheid, het is een plicht. Dat eerder een planologische vrijstelling is verleend voor de caravanstalling geeft geen vrijstelling van de bouw- en brandveiligheidsvoorschriften. Ook met een planologische vrijstelling, ontheffing of tegenwoordig een omgevingsvergunning tot het afwijken van een bestemmingsplan, blijft de bouwregelgeving gewoon geldig voor het te bouwen of te gebruiken bestaande bouwwerk.

2. Nee, er is geen grond voor schadeclaim of schadevergoeding. Uit het feit dat de gemeente lange tijd niet heeft gehandhaafd, kan niet worden afgeleid dat de overtreding is gelegaliseerd of gedoogd. Ook na jaren van niet handhaven, kan het bevoegd gezag alsnog overgaan tot handhaving. Wel kan in zo¿n situatie aanleiding bestaan een ruime overgangstermijn te gunnen aan degene(n) die maatregelen moet nemen of wellicht elders een onderkomen moet zoeken, behoudens in gevallen van spoedshalve optreden.

3. Voor brandveiligheid zijn geen alternatieven aanwezig die erop neer zouden komen de bestaande situatie ongewijzigd te doen voortbestaan. Over inhoudelijke vragen over het Bouwbesluit en brandveiligheid verwijzen wij u naar de Helpdesk Bouwregelgeving. .